Citaat Maurice Roelants: “De maat van de oneindigheid bestaat: de menselijke eenzaamheid”

Taxlive 24/11/22 VNVandaag 23/11/22
Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 26-10-2022 (publicatie 22-11-2022) 21/01297 ECLI:NL:GHSHE:2022:3795

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2022:3795

Samenvatting

X doet BPM-aangifte voor een Mercedes-Benz CLA250 en voldoet € 1776. Rechtbank Zeeland-West-Brabant verleent een teruggaaf van € 243. Daarnaast krijgt X een immateriële schadevergoeding van € 1000, een proceskostenvergoeding van € 1598 en een griffierechtvergoeding van € 174. In hoger beroep ontvangt X vanwege het onbetamelijke taalgebruik van de gemachtigde een waarschuwing van het hof. X trekt vervolgens het hoger beroep in, waarop de gemachtigde dreigt om X € 3306 als proceskosten in rekening te brengen. In geschil is primair of X de intrekking van het hoger beroep nog kan herroepen. Volgens de inspecteur is dit niet mogelijk.

Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de intrekking van het hoger beroep wordt genegeerd, omdat X heeft gedwaald ten aanzien van de gevolgen daarvan. De behandeling van het hoger beroep kan dus gewoon worden voortgezet met A bv als de nieuwe gemachtigde. De rechtbank heeft voor de proceskosten ten onrechte het lage forfait van € 534 per procespunt toegepast (zie HR 27 mei 2022, 21/02977, V-N 2022/24.13), maar er zijn bijzondere omstandigheden om voor de bezwaarfase slechts € 54,50 en voor de beroepsfase € 75 toe te kennen (zie Hof ‘s-Hertogenbosch 24 oktober 2019, 18/00194, V-N Vandaag 2019/2627). De door de rechtbank toegekende vergoeding is dus niet te laag. X stelt vergeefs dat nog niet alle door de rechtbank toegekende vergoedingen zijn ontvangen. Hiertoe dient X zich namelijk tot de civiele rechter te wenden. Het beroep van X is ongegrond.

Opmerking

Intrekking beroep? Tenzij wilsgebrek, definitief.

Het geschil met de fiscus over uw BPM aangifte wordt door de rechtbank in uw voordeel beslist. Maar u krijgt niet helemaal uw zin. Uw gemachtigde die vele soortgelijke zaken vertegenwoordigt adviseert om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof en u stemt daarmee in. Van de tekst in het beroepschrift krijgt u wel een beetje buikpijn. Er komen beledigingen in voor, waarbij instanties worden neergezet als criminele organisaties en ‘hoerenkasten’ of waarbij personen op een dergelijke wijze worden beledigd. Ook wordt de rechter in hoger beroep – tevergeefs – gewraakt. U schrikt zich een hoedje, als u van het hof een brief krijgt, dat u een andere gemachtigde moet zoeken. Uw gemachtigde is namelijk geweigerd om u te vertegenwoordigen om zijn onbetamelijk taalgebruik in het beroepschrift. Uw buikpijn gaat over in migraine en u trekt niet alleen de volmacht van gemachtigde in, maar ook het beroepschrift trekt u in. Maar buiten de waard gerekend is de ontslagen gemachtigde van plan u een rekening proceskosten te sturen. Dit had gemachtigde (deels) kunnen vorderen van de inspecteur, als hij het hoger beroep zou winnen en straks cassatie bij de Hoge Raad. Nu moet u dokken. U krijgt er hyperventilatie van en u besluit de intrekking van het beroepschrift te herroepen. Want dan kan u met uw nieuwe gemachtigde in ieder geval nog proberen bij winst een deel van de proceskosten van de oude gemachtigde te compenseren. De inspecteur vindt, dat het hoger beroep niet kan worden herroepen.

Het hof past de menselijke maat toe en vindt, dat u gedwaald heeft over de mogelijke gevolgen van deze intrekking en de behandeling van het hoger beroep voortgezet met uw nieuwe gemachtigde. Het hof heeft de intrekking vervolgens als niet geschreven beschouwd. Maar de rechter oordeelt, dat de rechtbank over de BPM een juiste uitspraak heeft gedaan. U krijgt geen vergoeding griffierecht, maar nog belangrijker geen vergoeding proceskosten. Met een opkomende hoofdpijn heeft u de neiging om het bij deze uitspraak te houden. Hoe heeft u zich zo kunnen inlaten met zo’n hork als gemachtigde?

Iets soortgelijks deed zich voor in onderstaande procedure. Over de BPM zou de Hoge Raad zich nog best kunnen uitlaten. Maar ook over de intrekking. Interessant is het antwoord op de vraag of het Hof terecht de menselijke maat bij het in stand laten van het beroep heeft toegepast of dat het Hof hier een rechtsvraag onjuist heeft beantwoord. Immers, alleen de Centrale Raad van beroep heeft het herroepen van een intrekking beroep vanwege een wilsgebrek zoals dwaling toegstaan. De De Hoge Raad vindt een intrekking onherroepelijk en die gaat over belastingheffing. Hoewel een voornemen heeft afstemming tussen deze twee hoogste rechtsinstanties bij mijn weten nog niet plaatsgevonden.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:CRVB:2015:4033

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *