Rechter: kan ik u, inspecteur, nog vertrouwen, dat er geen twijfels zijn over het controlerapport? FSV gaat de gemeenschap veel geld kosten.

Taxlive 6/2/2022
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 25-01-2022 (publicatie 04-02-2022) 20/00839 t/m 20/00842 ECLI:NL:GHARL:2022:488

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHARL:2022:488

De staatssecretaris heeft aangegeven niet in cassatie te gaan.

https://www.tweedekamer.nl/kamerstukken/kamervragen/detail?id=2022D07416

Samenvattting

A en B houden de aandelen in belanghebbende, X bv. Aan X bv worden diverse LB-naheffingsaanslagen opgelegd. Medio 2021 schrijft de Belastingdienst aan A dat zijn gegevens in de Fraude Signalering Voorziening van de Belastingdienst stonden. In zijn reactie op deze brief, merkt A op dat hij inmiddels 400 blauwe brieven heeft ontvangen en dat meer dan 100 bezwaar en beroepschriften zijn ingediend. X bv verzoekt het hof om de Belastingdienst te veroordelen in de kosten gemaakt voor de gang naar de rechtbank en het gerechtshof, maar ook voor alle andere gemaakte kosten inzake fiscaal juridische bijstand inzake de bezwaren, beroepschriften en klachten. Ter zitting toont de inspecteur zich bereid om de naheffingsaanslagen te vernietigen en om een oplossing te zoeken voor de andere belastingzaken. Verder bestrijdt hij niet dat X bv € 42.000 aan kosten heeft gemaakt, maar laat hij aan het hof over om de vergoeding vast te stellen.

Hof Arnhem-Leeuwarden vernietigt de naheffingsaanslagen LB en kent een vergoeding voor de kosten van beroepsmatige rechtsbijstand toe van € 25.000. De naheffingsaanslagen hebben geleid tot verhoging van het verzamelinkomen van A, waardoor eerder toegekende toeslagen zijn teruggevorderd. Het Hof houdt hierbij rekening met het feit dat er sprake is geweest van cumulatie van de FSV-lijst en de toeslagenaffaire. Zonder verder inhoudelijke toetsing is er vanuit gegaan dat beide aandeelhouders privé niet te goeder trouw waren waarna hun bedrijf, X bv, op fraude werd onderzocht en grove opzet en fraude werd verweten. De onrechtmatigheid die in de selectie schuilt, voerde tot het onderzoek dat de inspecteur verrichtte en vervolgens in hogere belastingaanslagen, naheffingen en verrekeningen. Hierdoor is sprake van bijzondere omstandigheden op grond waarvan het hof afwijkt van het tarief dat is opgenomen in art. 2, eerste lid, van het Besluit proceskosten bestuursrecht.

Opmerking

Het gaat om een casus van belastingkantoor Emmen. De casus spitst zich toe op de proceskostenvergoeding in de LH. Kennelijk was eerder ook in geschil de LH aanslagen. Maar die heeft de inspecteur ter zitting beloofd te zullen vernietigen. Angstig geworden door de dreigende taal van het Hof (kan de rechter de inspecteur nog vertrouwen, dat er geen twijfels zijn over het controle rapport) en het vermoeden van het Hof, dat de later ontvangen brief over de FSV registratie van de toeslagen van familie van een van de aandeelhouders mogelijk van invloed is geweest op de intensiteit van het boekenonderzoek. Zoals de FSV registratie ook van invloed is geweest op de toeslagenaffaire. Dat laatste zou volgens het Hof van algemene bekendheid zijn. NB: de inspecteur ontkent de samenhang tussen de FSV registratie en de correcties in het controlerapport.

De aanslagen zijn kennelijk gebaseerd op een controlerapport voor alle middelen, waaronder ook de Vpb. Wellicht zijn die al eerder tot nihil teruggebracht. Daarover staat niets in de uitspraak. Ook is de uitspraak van de primaire rechter niet op rechtspraak.nl terug te vinden. Dat is voor de geschiedenis van het onderzoek jammer.

In de media is zeer verbolgen op het gedrag van de inspecteur gereageerd. Met name over de vraag van het Hof (rechter Van de Merwe c.s) aan de inspecteur of de rechter de inspecteur nog kan vertrouwen. Uit het relaas van de uitspraak blijkt, dat belanghebbende (NB: de BV) op zijn woord wordt geloofd. Dat de BV dus honderden blauwe brieven heeft ontvangen en honderden bezwaarschriften heeft geschreven. En dat de BV het FSV dossier desgevraagd nog niet heeft gekregen. Kennelijk wordt de onbehoorlijkheid van die blauwe brieven door het Hof afgemeten aan de later bekendgemaakte registratie in FSV. Maar of de BV terecht een registratie heeft gekregen, wordt niet door het Hof duidelijk gemaakt. Het Hof vermoedt dus van niet. Het Hof wijst desondanks toch naar het arrest van de HR 10/12/21 over de gevolgen van een onterechte FSV registratie. Geen gevolgen, tenzij onderzoek op discriminatoire criteria heeft plaatsgevonden. Maar kennelijk vindt het Hof, dat het arrest niet van toepassing is, nu de bewijslast van de correctie – anders dan in het arrest – bij de inspecteur ligt. Dat is niet na te gaan vanwege het ontbreken van de feiten. Maar het gaat om de LH bij de BV. Dan zou je toch zeggen, dat het om aftrekposten gaat? En dan ligt de bewijslast bij de BV. Maar achtergrond info ontbreekt dus. Impliciet lijkt het Hof het arrest wel te willen toepassen, ondanks dat discriminatie geen duidelijke rol speelt.

Tja, de timide inspecteur geeft ook wel reden om een hard oordeel te vellen. Eerst zegt hij, dat hij gelooft, dat de correcties uit het boekenonderzoek voortvloeien. Vervolgens gelooft hij ook, dat de controle ambtenaar er te hard is ingegaan. Daar stond deze ambtenaar om bekend. Gelukkig maar, dat die niet meer bij de belastingdienst werkt. Maar dan komt het curieuze. Formeel recht op het belastingkantoor zou zijn geraadpleegd en de casus zou tot een oplossing moeten komen. Waarom dan? Omdat er toch twijfels zijn omtrent het controlerapport? Om vervolgens dan maar te beloven, dat de naheffing LH van tafel gaat als begin van een oplossing. Waarom dan? Tja, dan verdien je het dat het Hof met haar volle gewicht op een volledige proceskostenvergoeding gaat zitten. Proceskosten die kennelijk 42000 euro bedragen. Vilein vraagt het Hof de geplaagde inspecteur nog welke ruimhartige kostenvergoeding hij in gedachten heeft. Mogelijk was dat een uitnodiging aan de inspecteur om meer dan 42000 te vergoeden vanwege de FSV registratie. De inspecteur laat de eer aan het Hof. Deze komt dan toch tot een lager bedrag van 25000 euro.

Samenvatting

De feiten en omstandigheden ontbreken, omdat de uitspraak van de rechtbank ontbreekt. Maar kennelijk is de controle ambtenaar onbehoorlijk bezig geweest. Opgeteld bij de FSV registratie heeft formeel recht en dus de inspecteur van de belastingdienst kennelijk eieren voor haar geld gekozen. De naheffing LH wordt teruggenomen. Een ruime werkelijke kostenvergoeding wordt toegekend.

Dit is een precedent voor aankomende procedures. Hoewel de FSV registratie niets van doen heeft met de correctie volgens de inspecteur lijkt de lijn door formeel recht te zijn ingezet om de correctie terug te nemen. Het liefst natuurlijk voordat geprocedeerd wordt. Maar ik kan mij voorstellen, dat bij samenloop correctie en FSV registratie een volledige bezwaarkostenvergoeding en misschien wel een vergoeding voor ‘spanning en frustratie’, een bekende term, wordt gevraagd.

Dat kan in de papieren lopen. Een nieuw gat in de begroting naast Box3.

NB: de staatssecretaris heeft in antwoord op kamervragen over deze casus aangegeven niet in cassatie te gaan. Ook hij had wat ongemakkelijke vragen over de casus.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *