Citaat Louis van Gaal: “Ben ik nou degene die zo slim is, of ben jij nou zo dom?”

Taxlive 17/11/23 VNVandaag 17/11/23
Bron: Hoge Raad 17-11-2023 22/02251 ECLI:NL:HR:2023:1370

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:HR:2023:1370

Samenvatting

X is het niet eens met een op aangifte voldaan bedrag aan BPM. In cassatie draait het vooral om de hoogte van de proceskostenvergoeding en de vraag of X recht heeft op een ISV wegens overschrijding van de redelijke termijn.

De Hoge Raad oordeelt dat het gebruik van grievend en beledigend taalgebruik in een processtuk reden kan zijn om voor dit processtuk geen proceskostenvergoeding toe te kennen. Art. 2 lid 3 Bbp maakt het mogelijk om een lagere proceskostenvergoeding toe te kennen of geen vergoeding voor bepaalde proceshandelingen of voor de gehele procedure. Het feit dat een gemachtigde wordt geweigerd vanwege grievend taalgebruik betekent echter niet dat de proceshandelingen van deze gemachtigde voorafgaand aan het weigeringsbesluit buiten beschouwing worden gelaten bij het beoordelen van een eventuele veroordeling in de proceskosten. De proceskostenvergoeding voor een processtuk kan wel gematigd worden. Het hof heeft kennelijk geoordeeld dat de verhouding tussen zakelijke tekst en grievend taalgebruik in het processtuk zodanig uit balans is dat er grond bestaat om geen proceskostenvergoeding toe te kennen. Deze specifieke oordelen van het hof over de proceskostenvergoeding zijn cassatieproof. De Hoge Raad casseert wel het hofoordeel over de overschrijding van de redelijke termijn. Het hof heeft ten onrechte geoordeeld dat de overschrijding van de redelijke termijn in hoger beroep kan worden gecompenseerd door de voortvarende behandeling in eerste aanleg en bovendien heeft het hof de redelijke termijn ten onrechte verlengd in verband met corona. Ook heeft het hof gelet op HR 27 mei 2022, V-N 2022/24.13 een te lage waarde per punt gehanteerd voor de proceskostenvergoeding.

(Ambtenaar) [A] is doodziek in zijn hoofd, … de Hoge Raad, hoerentent pur sang, krapuul en criminelen van het ergste soort, … Clowntje [A], … Belanghebbende wordt genaaid door [A] … de hoerenkinderen van de Hoge Raad der Nederlanden, … Hoge Raad een intens criminele club is, krapuul, gajes die zijn gelijke niet kent in de wereld… Collegae Klein Tank en Gladpootjes (ex Ministerie van Financiën, daar steelt de goudvis nog voer lijkt me) zijn natuurlijk intense criminelen … Vieze rechtspraak, vies, smerig geteisem!!… Stelen om er nog een groter kutland van te maken.

Patiënt met het syndroom van Gilles de la Tourette? Nee hoor, gewoon een gemachtigde die namens belanghebbende bezwaar heeft gemaakt tegen acht, op aangifte voldane, bedragen aan belasting van personenauto’s en motorrijwielen.

Belanghebbende heeft van het Hof de gelegenheid gekregen om een andere gemachtigde in de arm te nemen, omdat de oorspronkelijke is geweigerd vanwege grievend taalgebruik richting de inspecteur en de rechters. Dat heeft belanghebbende ook gedaan. Het Hof heeft het hoger beroep, maar ook het incidenteel hoger beroep van de inspecteur om belanghebbende te veroordelen tot een proceskostenvergoeding afgewezen. De reactie van gemachtigde op dat incidenteel beroep is bijzonder grievend te noemen. Het Hof heeft belanghebbende wel een proceskostenvergoeding toegekend. Het waarom is niet bekend, omdat de uitspraken niet in Rechtspraak.nl zijn terug te vinden. Het Hof heeft alleen de kosten van rechtsbijstand ter zake van het verschijnen ter zitting van het Hof in aanmerking genomen. In dat kader merkt het Hof op dat het stuk van gemachtigde waarbij het incidentele hoger beroep is beantwoord in samenhang met de weigering van gemachtigde, buiten aanmerking wordt gelaten. De Hoge Raad omschrijft het handelen van het Hof alsvolgt. “Het hof heeft geoordeeld dat de verhouding tussen zakelijke tekst en grievend taalgebruik in het processtuk zodanig uit balans is dat er grond bestaat om geen proceskostenvergoeding toe te kennen. De oordelen van het Hof, die kennelijk zijn gebaseerd op art 2, lid 3, van het Besluit proceskosten bestuursrecht, geven geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting met betrekking tot die bepaling. Het Hof mocht daarbij, evenals geldt voor het weigeren van een persoon als gemachtigde op de voet van artikel 8:25 Awb11, ook betrekken hetgeen hem buiten het verband van deze procedure bekend is over het gedrag van gemachtigde.”

Houdt gemachtigde in het vervolg op met het grievend taalgebruik? Natuurlijk niet, zolang er belanghebbenden zijn die hem blijven inhuren. Het is dat het risico van weigering door de rechter als bedrijfsrisico boven tafel hangt. Maar de grote groep van belanghebbenden, die gemachtigde vertegenwoordigde is uit hetzelfde hout gesneden als zijn gemachtigde. En dat zegt veel over hoe gedacht wordt over de rechtstaat Nederland.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *