In opdracht van de Tweede Kamer heeft de commissie doorstroomvennootschappen (Ter Haar) onderzoek gedaan naar de activiteiten van doorstroomvennootschappen (populair: brievenbusmaatschappijen) binnen het fiscaal economische landschap van Nederland. Meer specifiek: âonderzoek te doen naar het fenomeen doorstroomvennootschappen in al zijn aspecten en te adviseren over beleidsopties naar aanleiding van dit onderzoekâ In oktober 2021 heeft zij het resultaat ervan neergelegd in een doorwrocht rapport. Met een titel die meteen ook het doel van het onderzoek geeft: ‘Op weg naar acceptabele doorstroom‘.
Een eenduidige definitie over wat nu een doorstroomvennootschap is heeft de commissie niet kunnen geven. Als verscheidene door de commissie genoemde kenmerken aanwezig zijn, kan worden gesproken van âdoorstroomâ of een âdoorstroomvennootschapâ. Het begrip wordt op zichzelf als neutraal beschouwd; of een bepaalde doorstroomvennootschap of doorstroom als onwenselijk moet worden beschouwd, is de volgende vraag.
Die vraag wordt niet direct beantwoord. Maar is wel af te leiden uit haar bevindingen.
âDe positie van Nederland als doorstroomland is historisch gegroeid als gevolg van fiscaal beleid dat gericht was op het faciliteren van grensoverschrijdende activiteiten van Nederlandse ondernemingen en op het aantrekken van buitenlandse investeringen. Algemeen gesteld biedt Nederland optionaliteit en stabiliteit. Optionaliteit voor wat betreft de fiscale plannings- en juridische keuzemogelijkheden. Stabiliteit als land met een goede infrastructuur en (financiĂ«le) dienstverlening. Het gebruik van de Nederlandse (juridische) infrastructuur is echter niet beperkt tot entiteiten die gehouden worden door Nederlandse ingezetenen dan wel in Nederland substantiĂ«le activiteiten ontplooien. Buiten Nederland wonende personen en entiteiten hebben met behulp van Nederlandse dienstverleners veel entiteiten opgericht en gebruikt om (potentiĂ«le) belasting in andere landen te ontgaan of onmogelijk te maken, soms legaal en soms ook niet. Dit is er mede debet aan dat Nederland als doorstroomland te boek staat. Daarnaast zijn er ook aanwijzingen dat de elementen die gepaard gaan met het belasting- en investeringsklimaat minder integere, of zelfs criminele, geldstromen aantrekken. De commissie is op zoek gegaan naar mogelijkheden om de aantrekkelijkheid van Nederland voor die entiteiten en geldstromen te verminderen.â
De commissie geeft daartoe een aantal aanbevelingen voor verbetering. De stas heeft er kennis van genomen. Verdere implementatie van de aanbevelingen wordt echter â terecht natuurlijk – doorgeschoven naar een volgend kabinet. Maar ook, omdat de staatssecretaris wil wachten op een Europese richtlijn (ATAD3) aangekondigd uiterlijk eind 2021. Dat Nederland niet stil heeft gezeten bewijst de staatssecretaris door te wijzen op eerder ondernomen wetgevende acties die in lijn liggen met de aanbevelingen.
Ricky Turpijn
De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft mogen meepraten.
https://leden.nob.net/nob-bijdrage-fiscale-tafel-commissie-doorstroomvennootschappen-ter-haar-ii
Broodschrijvers hebben het rapport van commentaar voorzien. Zoals Taxlive.
Conclusie: Een waardevolle analyse, maar weinig concrete aanbevelingen. https://www.taxlive.nl/nl/documenten/nieuws/rapport-over-doorstroomvennootschappen-een-waardevolle-analyse-maar-weinig-concrete-aanbevelingen/
Conclusie staatssecretaris van fin over het rapport 11 november 2021 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/11/22/rapport-en-kabinetsreactie-commissie-doorstroomvennootschappen
âHet aanpakken van belastingontwijking en doorstroomvennootschappen zonder reĂ«le economische bijdrage is een belangrijk speerpunt van dit kabinet. Het kabinet bedankt de leden van de commissie dan ook voor het belangrijke werk dat ze op dit terrein hebben geleverd. In lijn met het advies van de commissie toont Nederland in internationale gremia momenteel een proactieve houding om verdere stappen te zetten in de herziening van het internationale belastingsysteem. Het is aan een volgend kabinet om de aanbevelingen van de commissie te beoordelen en eventueel om te zetten in beleid. Hierbij benadrukt het kabinet dat het bij de verdere uitwerking van maatregelen van belang is om te toetsen wat de uitvoeringsgevolgen zijn voor de relevante uitvoeringsorganisaties, zoals de Belastingdienst.â
Rapport commissie doorstroomvennootschappen oktober 2021 https://www.rijksoverheid.nl/documenten/kamerstukken/2021/11/22/rapport-commissie-doorstroomvennootschappen-op-weg-naar-acceptabele-doorstroom
Tabel 7 Overzicht fiscale en niet-fiscale beleidsmaatregelen
Fiscaal
Belastingheffing
âą Het schrappen van de safe harbour voor DVLâs (ârente- en royaltydoorstromersâ).
Informatie-uitwisseling
âą Uitbreiding van de spontane uitwisseling van informatie over vennootschappen.
âą Spontane informatie-uitwisseling bij vrijgestelde vervreemdingswinsten.
Internationaal
âą Uitbreiding van de PPT tot het hele belastingverdrag indien niet multilateraal geregeld.
âą Een proactieve houding ten aanzien van het komende EU-richtlijnvoorstel over shell entities.
âą Een duidelijke invulling van unierechtelijke antimisbruikbeginsel in EU-verband.
Niet fiscaal
Transparantie UBOâs
âą Aanscherpen verplichtingen bij aanmerken van het âhoger leidinggevend personeelâ als UBOâs.
âą Beter doorzoekbaar maken van reeds openbare gegevens in het UBO-register âą Internationale invoering van UBO-registers met openbare gegevens
Jaarrekeningen
âą Schrappen van de uitzonderingen in artikel 2:403 BW.
⹠Bij het bepalen van de omvang van een bedrijf de gegevens van deelnemingen altijd meetellen en indien relevant ook de fnanciële inkomsten.
Toezicht en opsporing
âą Aanscherpen aanpak illegale trustdienstverlening
âą Vervolgonderzoek naar witwassen en doorstroomactiviteiten
âą Intensivering internationale samenwerking in tegengaan criminele doorstroomactiviteiten
IBO (Investeringsbeschermingsovereenkomst)
âą Het ontzeggen van de toegang tot IBOâs aan doorstroomvennootschappen.