Citaat Seneca: “Bij weinig mensen duurt dankbaarheid langer dan het geschenk”

Taxlive 1/6/23 VNVandaag 31/5/23

https://www.taxlive.nl/nl/documenten/vn-vandaag/actualisatie-vpb-besluit-over-verruimde-achterwaartse-verliesverrekening/

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2023-14800.html

Samenvatting

In het nieuwe besluit blijft alleen de goedkeuring over voor situaties waarin abusievelijk gekozen is voor verruimde carry-back. Vervallen is het onderdeel over ‘(Op)waarderen van voorraden en bedrijfsmiddelen’, omdat dit beleid is opgenomen in het Besluit Jaarwinst (V-N 2023/10.4). Ook vervallen is het onderdeel over ‘Behandeling te laat gemaakte keuze verruimde achterwaartse verliesverrekening (verruimde carry-back)’. Dit onderdeel heeft zijn belang verloren door tijdsverloop.

Het besluit treedt op 1 juni 2023 in werking. Het besluit van 16 juli 2014, BLKB 2014/362M, V-N 2014/39.7 wordt op 1 juni 2023 ingetrokken.

Opmerking

De stas van financiën is geen sinterklaas, maar deelt af en toe wel een cadeautje uit. Vooral als u abusievelijk een verkeerde keuze heeft gemaakt in uw aangifte in het verleden. In verband met de zogenoemde kredietcrisis gold voor de jaren 2009 tot en met 2011 de mogelijkheid van een verruimde carry-back tot drie jaren (in plaats van 1 jaar). Daartegenover werd de voorwaartse verrekening van verliezen beperkt tot zes jaren (in plaats van 9 jaren). Om hiervoor in aanmerking te komen moest bij de aangifte worden gekozen (artikel 20, lid 10 van de Wet Vpb 1969; tekst 2009–2011). In een besluit geeft de stas nu een goedkeuring voor bepaalde situaties, waarin abusievelijk is gekozen voor verruimde carry-back. Deze goedkeuring is gebaseerd op artikel 63 AWR (hardheidsclausule).

De stas keurt goed, dat belastingplichtigen die door een kennelijk abuis kozen voor verruimde achterwaartse verliesverrekening (dus 3 jaar) niet worden geconfronteerd met een beperking van de algemene termijn voor voorwaartse verliesverrekening (dus 6 jaar). Van een kennelijk abuis als bedoeld in de vorige volzin is sprake als de keuze geen teruggaaf van belasting opleverde, omdat over de desbetreffende eerdere jaren (T–2 en T–3), waarop de verruimde achterwaartse verliesverrekening zou zien, geen belastbare winst beschikbaar was voor verliesverrekening.

Deze goedkeuring ziet dus alleen op belastingplichtigen die geen teruggaaf van belasting ontvingen na hun – kennelijk per abuis gemaakte – keuze. In andere gevallen geldt de goedkeuring niet, bijvoorbeeld als belastingplichtigen een kleine teruggaaf ontvingen, maar achteraf bezien toch liever een langere voorwaartse verliesverrekeningstermijn verkiezen. In die gevallen kan namelijk onmogelijk worden vastgesteld of sprake is van een kennelijk abuis, bovendien is de wetgever bij de vormgeving van de faciliteit uitgegaan van een eenmalige keuze bij de aangifte. Daarin past niet dat zonder bijzondere omstandigheden naar eigen inzicht in latere jaren een andere keuze kan worden gemaakt. Verzoeken om ook hierin te voorzien zullen worden afgewezen.

En nog een verrassing. U hoeft er zelf geen verzoek voor in te dienen, tenzij u bij uw eerste keuze wilt blijven. Dacht u dus, dat het restantverlies 2011 in 2017 zou zijn verdampt, blijkt u toch 3 extra jaren t/m 2020 te hebben om dat restantverlies te verrekenen. Gebeurt geautomatiseerd. Ben benieuwd of de administratie dat aankan. Overigens moet u wel opletten wanneer verliezen verdampen. Ook zijn de Vpb verliesverrekeningsregels behoorlijk gewijzigd vanaf 2022.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *