Citaat Gustaf Knuth: “Gewoonten zijn de spoorrails van de mensen”

Taxlive 11/5/2022
Bron: Rechtbank Gelderland 18-03-2022 (publicatie 06-05-2022) AWB – 18 _ 812 ECLI:NL:RBGEL:2022:1402

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBGEL:2022:1402

Samenvatting

X heeft via een stichting administratiekantoor drie aandeelhouders. Eén daarvan heeft 10% van de certificaten en leent in 2012 bijna € 800.000 van X voor een buitenlands (ver)bouwproject voor een horeca- en hotelonderneming met tandartspraktijk. In geschil is de aanslag vennootschapsbelasting over dat jaar. X wil eind 2012 € 250.000 afwaarderen. De inspecteur weigert dit, mede omdat X in 2014 nog eens € 100.000 aan het betreffende bedrijf heeft uitgeleend.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat X haar stelling niet met objectieve gegevens, zoals jaarrekeningen en dergelijke, heeft onderbouwd. X maakt niet aannemelijk dat haar vorderingen op het bedrijf op de balansdatum daadwerkelijk onvolwaardig zijn. X stelt vergeefs dat in het najaar van 2012 de begroting al was overschreden, terwijl de bouw stil lag en de – inmiddels overleden – compagnon van de aandeelhouder ernstig ziek was. Het later opnieuw € 100.000 investeren in het hetzelfde project staat bovendien haaks op de eerder geclaimde oninbaarheid. Het beroep van X is ongegrond.

Opmerking

Hoe bestaat het, zou je zeggen. Dat er daadwerkelijk geld is overgemaakt naar het buitenlandse bedrijf van de minderheidsaandeelhouder van eiser, de belastingplichtige BV is kennelijk een gegeven. Het bedrijf, waarin deze minderheidsaandeelhouder een meerderheidsbelang heeft. Samen met een andere aandeelhouder zijn zij de eigenaren van het buitenlandse bedrijf.
Een afspraak is een afspraak. Ook een mondelinge afspraak. Maar in het economische verkeer leggen partijen meestal hun rechten en plichten over en weer schriftelijk vast. Zeker bij grote bedragen aan leningen. Immers, bij geschillen hierover kijkt de civiele rechter naar wat is afgesproken. Dan helpt een schriftelijke vastlegging daarbij. Hoewel in het fiscale recht de vrije bewijsleer geldt over wat nu precies is afgesproken, zal de fiscale rechter ook uitgaan van wat in het economische verkeer gebruikelijk is. Er zijn zeker staten, waar een mondelinge afspraak het economische verkeer beheerst zoals in Azië. Uit de feiten blijkt niet in welk buitenland het bedrijf is gevestigd.

Maar de rechtbank (rechter Zonneveld cs) volgt hier de inspecteur en eiser, dat de leningen zijn verstrekt. Het ligt in het verlengde, dat het ontbreken van een schriftelijke vastlegging ook niet gevolgd wordt door een precieze vastlegging van de voortgang van het project. Het zegt ook veel, dat de inlener van het geld niet geneigd is om het restant van de lening toch schriftelijk vast te leggen. Maar de fiscale bewijslast ligt wel degelijk bij eiser, als de investering/lening zijn waarde verliest en deze waardedaling ten laste van het fiscale resultaat wordt gebracht. Het zijn alleen woorden waar de rechter van moet uitgaan. Dat is niet genoeg. Het is wachten tot het project failliet wordt verklaard (als dat al aannemelijk gemaakt kan worden) om de lening alsnog te mogen afwaarderen. Maar dat faillissement is kennelijk nog lang niet in aantocht, nu weer een lening is verstrekt. Tja, dat helpt eiser natuurlijk niet de rechter te overtuigen, dat de lening waardeloos is geworden.

Toch speelt hier ook wat anders. Er is niet aangegeven, dat hier sprake is van een onzakelijke lening. Er is een meerderheidsaandeelhouder van eiser, die kennelijk de gang van zaken heeft goedgekeurd. Zou deze aandeelhouder niet meer willen weten over de slechtlopende investering in het buitenland? Zijn daar geen aantekeningen van?

Als eiser in hoger beroep niet met meer bewijsmiddelen komt, lijkt het verstandig ter voorkoming van verspilling van overheidsgeld hier vanaf te zien.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *