Inzage in procesdossier Hof noviteit? Nagekomen: arrest HR 10/12/21 (zie opmerking)
Taxlive 24/12/2021
Bron: Gerechtshof ‘s-Hertogenbosch 02-12-2021 19/00702 (datum publicatie 21-12-2021)
https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:GHSHE:2021:3634
De omstandigheid dat aan belanghebbende projectcode 1043 is toegekend, vormt geen aanleiding voor het uitstellen van de zitting. Geschil over tweede voorlopige aanslag IB/PVV 2012. Het verzoek tot herziening van deze voorlopige aanslag is op 26 april 2013 ingediend en allereerst op 7 juni 2017 afgewezen. De definitieve aanslag IB/PVV 2012 is opgelegd voordat het herzieningsverzoek is afgewezen. De behandelingsduur van het herzieningsverzoek levert strijd op met het zorgvuldigheidsbeginsel. Belanghebbende kon hier echter niet het vertrouwen aan ontlenen dat het herzieningsverzoek was toegewezen. De tweede voorlopige aanslag IB/PVV 2012 blijft in stand.
Opmerking.
De uitspraak van Hof Den Bosch over de schending van het zorgvuldigheidsbeginsel in VA IB 2012 gaat zijdelings ook over de brief van aug 2021 van de Belastingdienst met melding over project 1043. Tevergeefs verzoekt belpl om uitstel van de zitting, omdat belpl wacht op nadere inzage in zijn dossier project 1043. Het Hof doet iets bijzonders: het verschaft belpl inzage in het procesdossier van het Hof. Daarmee is volgens het Hof voldaan aan inzage van het dossier bij de inspecteur. Nooit eerder gezien.
Het Hof vraagt de inspecteur naar de rechtmatigheid van de aanwijzing van belpl als project 1043. De inspecteur kan dat niet zeggen, maar heeft wel een vermoeden. Namelijk een in een eerder jaar onterecht opgevoerde aftrek. Dat vermoeden is voor het Hof een voldoende verklaring voor de rechtmatigheid. Maar ik ben wel benieuwd wat de rechter zou hebben gedaan, indien het stempel project 1043 wel onrechtmatig was. De gehele aanslag onrechtmatig? Toewijzing van het bezwaar tegen de VA (waarvan het Hof wel oordeelt, dat de verwerking ervan onzorgvuldig is, maar verder geen gevolgen heeft)? Het Hof was ten tijde van haar uitspraak nog niet op de hoogte van de te overvloede overweging in het arrest van de HR 10/12/2021
Volgens mij is de vernietiging van de aanslag alleen in beeld, indien belpl voor onderzoek is geselecteerd op basis van criteria die discriminerend zijn. Ik citeer de HR in ro 5.3: “De rechtmatigheid van het besluit van de inspecteur om een aangifte te controleren wordt in beginsel niet aangetast door de manier waarop informatie over de belastingplichtige is verwerkt. Dat kan anders zijn indien de controle van de aangifte voortvloeit uit een risicoselectie, een verwerking van persoonsgegevens in een databank of een gebruik van een databank waarin persoonsgegevens zijn opgeslagen, op basis van een criterium dat jegens de belastingplichtige leidt tot een schending van een grondrecht zoals een schending van het verbod op discriminatie naar afkomst, geaardheid of geloofsovertuiging. Indien de rechter tot de bevinding komt dat zo’n uitzonderlijke situatie aan de orde is, is het niet uitgesloten dat hij daaraan de slotsom verbindt dat de controle van de aangifte van de belastingplichtige heeft plaatsgevonden op een wijze die zozeer indruist tegen hetgeen van een behoorlijk handelende overheid mag worden verwacht, dat het gebruik van hetgeen bij die controle aan het licht is gekomen onder alle omstandigheden ontoelaatbaar moet worden geacht. In dat uitzonderlijke geval komt aan de inspecteur niet de bevoegdheid toe om de aangifte van de belastingplichtige te corrigeren naar aanleiding van die bij de controle aan het licht gekomen punten.”
Dit is voor mij de tweede procedure, waarin beroep wordt gedaan op de rechtmatigheid van project 1043 (en FSV).
Ricky Turpijn