Citaat Mahatma Ghandi: “Als je zorg draagt voor de middelen, zal het doel wel voor zichzelf zorgen.”

https://kennisgroepen.belastingdienst.nl/publicaties/kg21120242-kwalificeert-een-fondsvermogen-dat-wordt-beheerd-door-een-buiten-de-eu-eer-gevestigde-rechtspersoon-als-doelvermogen/

Kennelijk is de voorgelegde vraag of een fondsvermogen van een buiten EU gevestigde rechtspersoon als een doelvermogen moet worden aangemerkt een onderdeel van een veel groter fiscaal vraagstuk. Jammer, dat de kennisgroep zich moet beperken in de casusbeschrijving tot dat, waarover zij competent is. Een bredere inbedding zou ook het standpunt van belanghebbende duidelijk maken en het waarom ervan. Nu de kennisgroep de vraag negatief beantwoord, kan alleen maar naar worden gegist of belanghebbende met het resultaat tevreden is. Want wat is nu het Nederlands fiscaal belang? Wilde de inspecteur – dus tevergeefs – het fondsvermogen als doelvermogen onder de Nederlandse Vpb heffing brengen? Of voorkwam de inspecteur dit juist voorlopig met hulp van de kennisgroep? Mogelijk heeft de inspecteur eerder het verzoek afgewezen, dat het fondsvermogen een vrijgesteld beleggingsfonds is conform wetgeving vanaf 2025, die ingehouden dividendbelasting zou kunnen terugvragen? Of afgewezen, dat het fondsvermogen een art 5 Vpb vrijgesteld pensioenlichaam is, die daardoor ingehouden divbel zou kunnen terugvragen? Het doelvermogen is de laatste stap. Terecht wijst de kennisgroep op het antwoord van de Hoge Raad van 24/1/20 op de prejudiciële vragen over het begrip doelvermogen. ECLI:NL:HR:2020:115, Hoge Raad, 19/03341 (rechtspraak.nl) Het antwoord ligt in de interpretatie van ro 3.7.3: “Een dergelijk vermogen wordt behandeld als een zelfstandige fiscale entiteit. Hieruit volgt dat een vermogen niet als een doelvermogen kan worden aangemerkt indien het toebehoort aan een of meer (rechts)personen, bijvoorbeeld omdat zij door middel van bewijzen van deelgerechtigdheid aanspraak kunnen maken op dat vermogen.” Voorgelegd fondsvermogen heeft dus kennelijk geen participatiebewijzen uitgegeven. Op grond van de feiten vult de kennisgroep de term “toebehoort” verder in en komt tot de conclusie, dat het fondsvermogen in feite fiscaal transparant is (zo noemt de kennisgroep het niet). Alles wijst erop, dat de rechtspersoon over het vermogen van het fonds heeft kunnen beschikken als ware het zijn eigen vermogen (ook dit noemt de kennisgroep niet zo). Een bekende frase van de Hoge Raad in 30 oktober 1985, nr. 22.715 over een stichting. https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:1985:AC9086
Verschillen? Het fondsvermogen is geen rechtspersoon, een stichting wel. ‘Beschikken’ en ‘toebehoren’ dekken elkaar niet naadloos. Wel een terechte kwalificatie.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *