Citaat John Maynard Keynes: “Successful investing is anticipating the anticipations of others.”

Taxlive 3/5/2024 VNVandaag 2/5/24
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 25-04-2024 (publicatie 01-05-2024) BRE 22/4719 ECLI:NL:RBZWB:2024:2727

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBZWB:2024:2727

X en zijn echtgenote hebben eind 2021 spaarrekeningen geopend en daarop bedragen gestort. Vervolgens richten zij door middel van een overeenkomst een open fonds voor gemene rekening op met als doel het voor gezamenlijke rekening beleggen van vermogen. X meent dat de voorlopige aanslag 2022 naar een te hoog bedrag is vastgesteld omdat het vermogen dat in het fonds is gestort niet tot zijn grondslag sparen en beleggen behoort. De inspecteur betwist de aanwezigheid van een open fonds voor gemene rekening. Hij voert aan dat er op grond van de overeenkomst geen sprake is van een afgescheiden vermogen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat er sprake is van een open fonds voor gemene rekening. Door de overeenkomst is de juridische situatie van de echtgenoten onderling gewijzigd. Dat de vorming van het fonds kan leiden tot een belastingbesparing staat niet in de weg aan het voldoen aan de definitie van een open fonds voor gemene rekening. De rechtbank volgt de inspecteur niet in zijn betoog dat het bijeenbrengen van spaarrekeningen niet kan worden aangemerkt als beleggen. Daarnaast doet het feit dat in de overeenkomst niet expliciet staat dat de participaties vrij verhandelbaar zijn, geen afbreuk aan de bepaling die toestaat dat participaties zonder toestemming van deelgerechtigden kunnen worden overgedragen. Er is daarom sprake van een ‘open’ fonds. De rechtbank concludeert dat het vermogen dat in het fonds is gestort, niet behoort tot de grondslag sparen en beleggen van belanghebbende. De voorlopige aanslag wordt daarom verlaagd met € 59.

Fondsen voor gemene rekening (fvgr) hebben vanaf de invoering van de wet (art 2, lid 4 Vpb) jaren een stil bestaan geleid. Een vangnet heffing voor beleggingsvermogen die niet in een NV is ondergebracht. Totdat ergens medio jaren 2010/2020 het fvgr werd ontdekt als anonimiseringsvehikel en een vehikel om te ‘boxhoppen’. Met name rijke ouders hebben hun vermogen gestald in deze familiefondsen ten behoeve van hun erfgenamen later.

Zo’n familiefonds is altijd een moeilijk onderwerp. Eigenlijk verandert er materieel niets, maar wel wat op papier. Wat er niet staat, is er dus niet. Vaak worden overeenkomsten voor de oprichting van zo’n fonds vooraf voorgelegd aan de inspecteur voor goedkeuring. Dan draait het er altijd om of het fonds een zelfstandig lichaam is en zo ja of het privé vermogen ook daadwerkelijk juridisch in het fonds is ingebracht.

Zo ook in onderstaande procedure voor de rechtbank over – bijzonder – de voorlopige aanslag IB 2022, waarbij de vraag is of het privé vermogen terecht een Box3 bezitting is. De rechter antwoordt negatief. Nu lijkt de materiële invalshoek door de inspecteur te zijn ingezet. Dus wat niet in de overeenkomst staat geldt ook. Voor een open fonds moet minimaal sprake zijn van 2 participanten, van verhandelbare participaties en van belegd vermogen, afgescheiden van de inbrengers. In dit geval ging het om de inbreng van spaarrekeningen als belegging door twee gehuwden onder huwelijkse voorwaarden. Beleggen is normaal vermogensbeheer met een rendement die daarbij past: een volatiel rendement, maar niet een vaste spaarrente. Toch ziet de rechter de spaarrekeningen als belegging. Terecht, dat de inspecteur zich afvraagt of het vermogen in het fonds is ingebracht. Bij veel inspecteurs over het hoofd gezien. Maar op papier lijkt de partner toch de beschikkingsmacht te hebben verloren. Het zal de bank/bewaarder echter worst wezen waar de gelden naar toe gaan en zal zeker niet het fondsreglement – inbrengende partner ziet af van beschikking – op naslaan als er een overboeking plaatsvindt. Verwonderlijk is waarom het volgens de fondsovereenkomst zonder toestemming kunnen overdragen van een participatie niet als vrije verhandelbaarheid door de inspecteur wordt gezien, anders dan de rechter. Natuurlijk is er geen derde die zou willen, nee mogen participeren in dit familiefonds. Maar het papier is geduldig en wint. De rechter ziet dit namelijk als een geoorloofd kiezen voor de meest voordelige fiscale weg, het vermijden van Box 3.

De inspecteur moet dit wel bestrijden, omdat het een eenvoudige vorm van Box3 ontwijking is. Maar vanaf 1/1/2025 (belplan 2024) lijkt het familiefonds niet meer te kunnen voldoen aan de strenge voorwaarden voor een open fvgr

Fiscalisten vinden extra wetgeving tegen ontwijken box 3 overbodig


Particulieren kunnen volgens de Belastingdienst op een oneigenlijke manier hun belasting op gespaard en belegd vermogen verlagen door in box 3 een schuld te creëren. Foto: ANP / Laurens van Putten
In het kort
De Belastingdienst signaleert geschuif met vermogen tussen box 2 en 3 om belasting te ontlopen.
Financiën onderzoekt of aanvullende wetgeving nodig is om deze constructie in te perken.
Volgens fiscalisten volstaat de huidige wetgeving; zij waarschuwen voor overkill.
Fiscalisten zetten vraagtekens bij de noodzaak van extra wetgeving om een constructie in te perken waarmee spaarders en beleggers belasting kunnen ontwijken. Deze bewuste ‘opmerkelijke constructie’ staat in de voorjaarsnota 2024. Kortgezegd houdt ze in dat belastingplichtigen voordeel behalen door met vermogen te schuiven tussen box 2 en box 3 van de inkomstenbelasting. Het demissionaire kabinet kondigt aan te onderzoeken of aanvullende wetgeving nodig is om de opzet te kunnen bestrijden.

Volgens Jeroen van Strien is dat geenszins het geval. Van Strien is hoofd van het bureau vaktechniek bij advies- en accountantsorganisatie Newtone en is tevens universitair docent fiscaal recht aan zowel de Radboud Universiteit als de Vrije Universiteit. ‘Het ministerie van Financiën gaat een probleem oplossen dat niet bestaat’, zegt hij. Ook Reinier Kooiman, universitair docent belastingrecht aan de Universiteit van Amsterdam en belastingadviseur bij Deloitte, heeft zo zijn twijfels over de noodzaak van nieuwe wetgeving.

Grondslag verlagen
Particulieren kunnen volgens de Belastingdienst op een oneigenlijke manier hun belasting op gespaard en belegd vermogen verlagen door in box 3 een schuld te creëren. Daarvoor moeten belastingplichtigen wel een eigen bv hebben. Zij storten extra kapitaal in die bv door daar effecten vanuit box 3 naar over te hevelen. Die kopen zij vervolgens als particulier terug met een lening bij de eigen bv. Hierdoor ontstaat er een schuld in box 3. Deze private schuld mogen zij in mindering brengen op hun vermogen in box 3, waardoor de grondslag voor de vermogensrendementsheffing wordt verlaagd, aldus de Voorjaarsnota.

Daar staan dan wel heffingen in de bv en in box 2 tegenover, maar de totale belastingdruk wordt in voorkomende gevallen op deze manier kunstmatig verlaagd, stelt het kabinet. In de voorjaarsnota valt te lezen dat de fiscus verschillende varianten van deze opzet in meerdere procedures bestrijdt.

Evident kasrondje
Van Strien meent dat aanpassing van de wet niet nodig is. De constructie die in de voorjaarsnota beschreven staat, heet in jargon een kasrondje. Als er evident sprake is van zo’n kasrondje, ontstaat er geen schuld in box 3 maar in box 2, zegt de fiscalist. Dat volgt uit de Wet op de inkomstenbelasting, legt hij uit. Daarin staat dat schulden die verband houden met informele kapitaal- of agiostortingen in een bv in box 2 vallen. Dit zorgt ervoor dat aftrekbare kosten tegen hetzelfde tarief worden verrekend als dat waartegen opbrengsten worden belast.

Kooiman denkt eveneens dat de beschreven constructie geen stand houdt bij de rechter. Het zijn papieren transacties die niets veranderen aan de feitelijke fiscale positie van de belastingplichtige, zegt hij. In het ergste geval zit er een maas in de wet, maar dan zal de Hoge Raad in laatste instantie oordelen dat er met deze opzet sprake is van fraus legis, oftewel misbruik van het recht, stelt hij.

Legitieme structuren
Van Strien vreest dat als er toch wetgeving komt, die veel verder zal gaan dan noodzakelijk is. Hij waarschuwt voor overkill. ‘Er zullen dan allerlei volstrekt legitieme structuren worden getroffen’, zegt hij. Zijn advies: de Belastingdienst moet gewoon verder procederen en zal dan gelijk krijgen van de rechter, is zijn stellige overtuiging.

Financiën laat weten dat wordt onderzocht of extra wetgeving nodig is. Daarbij worden alle belangen afgewogen, inclusief de gevolgen voor de praktijk, aldus het ministerie. Op Prinsjesdag wordt duidelijk wat er gaat gebeuren.

Lees het volledige artikel: https://fd.nl/politiek/1515466/fiscalisten-vinden-extra-wetgeving-tegen-ontwijking-box-3-overbodig?utm_medium=social&utm_source=app&utm_campaign=earned&utm_content=20240502&utm_term=app-ios&gift=7JFMk

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *