Citaat Montesquieu: “Vrijheid is het recht om alles te doen wat de wet toestaat”

Taxlive 8/4/2022
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 07-04-2022 AWB 20/9607 en 20/9608 ECLI:NL:RBZWB:2022:1814

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2022:1814

Samenvatting

X en Y verkopen eind 2017 hun eigen woning. De verkoopopbrengst stallen zij op een spaarrekening en het geld wordt vervolgens medio 2018 gebruikt voor de aankoop van een nieuwe eigen woning. De box 3-heffing over 2018 bedraagt € 3421 terwijl het werkelijke rendement slechts € 60 is. X en Y zijn van mening dat sprake is van een buitensporige last en verzoeken om ambtshalve vermindering. Dit verzoek wordt afgewezen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de ‘fair balance’ tussen de belangen van X en Y en het algemene belang niet is gerespecteerd. Er is sprake van een ‘individual and excessive burden’. De rechtbank komt tot deze conclusie na een uitgebreid onderzoek van de jurisprudentie op het gebied van de box 3-heffing. Aan de hand van de jurisprudentie van vóór 5 juli 2019, waaronder een arrest van de Hoge Raad van 14 juni 2019, nr. 17/05606, V-N 2019/30.5, is het nieuwe stelsel door de rechtbank getoetst.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2019:816

Dat de wetgever geen rekening met dat arrest heeft kunnen houden bij de invoering van het nieuwe stelsel, is niet relevant voor de toets of de ‘nieuwe-jurisprudentie-uitzondering’ van toepassing is. Het arrest is immers van vóór het referentiemoment van 5 juli 2019. De onjuistheid van de aanslagen vloeit niet voort uit jurisprudentie die is gewezen nadat de aanslagen onherroepelijk vast zijn komen te staan. De rechtbank biedt rechtsherstel door alleen het werkelijk genoten rendement van € 60 in de belastingheffing te betrekken.

Opmerking

Deze casus is naar mijn mening niet beslist in het recente arrest van de Hoge Raad van 20/5/2022.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2022:720

De activistische enkelvoudige rechtbank (rechter Pauwels) zet een toon, die past in de tijdgeest. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken, dat de leer van de menselijke maat hier een rol heeft gespeeld bij het oordeel van de rechter, die rechtsstatelijk als hij is op zoek is naar wat rechtens juist is.

Bijzonder is, dat hier sprake is van een verzoek om een ambtshalve vermindering. In art 65 AWR is de regeling voor ambtshalve vermindering opgenomen. Deze regeling is voor alle middelen nader uitgewerkt in het Besluit fiscaal bestuursrecht $23. Het besluit is niet van toepassing op wetten die een eigen regeling voor ambtshalve vermindering kennen zoals de IB in art 9.6 IB jo art 45aa URIB. Dat laatste is het geval. De inspecteur beslist bij voor bezwaar en beroep vatbare beschikking. Deze rechtsingang bij de fiscale rechter kent de Vpb niet. De civiele rechter dient in dat geval over de inhoud te beslissen.

Belastingplichtige heeft dus een rechtsingang in de IB en valt in het gesloten stelsel van bezwaar en beroep. De rechter onderzoekt of de definitieve aanslagen wel terecht zijn opgelegd afgezet tegen art 1 van het Eerste Protocol van de rechten van de mens. Dat toetst hij aan de hand van de toen al bestaande jurisprudentie. Dus niet aan het kerstarrest. Uitdrukkelijk stelt hij daarmee dat hij niet wil schenden de leer van de nieuwe-jurisprudentie-uitzondering. De wetgever had volgens rechter Pauwels met de toen bekende jurisprudentie kunnen weten dat het nieuwe stelsel van Box3 inherent niet deugde. Hij komt tot de conclusie, dat in dit geval de ‘fair balance’ tussen de belangen van de belanghebbenden en het algemene belang niet is gerespecteerd. Er is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een ‘individual and excessive burden’. Een buitensporige last dus.

De inspecteur is nu denk ik verplicht hoger beroep aan te tekenen om dit actuele onderwerp uiteindelijk bij de Hoge Raad neer te leggen. Zoals gezegd, is deze casus naar mijn mening niet beslist in het recente arrest van de Hoge Raad van 20/5/2022. In dat arrest heeft de Hoge Raad geen oordeel heeft geveld over de vondst van rechter Pauwels namelijk de verwijzing naar het arrest van 14 juni 2019, nr. 17/05606 en hiermee geen inbreuk wordt gemaakt op het Kerst arrest van 24/12/2021.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2021:1963

Ik zelf zie nu een opening om een ambtshalve vermindering te vragen. Met mij vele duizenden belastingplichtigen. Een mooie actie voor de bond voor belastingbetalers. De stas heeft de verwerking van de aangiften IB 2021 aangehouden om met een nader standpunt te komen over Box3. Het oordeel van deze lagere rechter kan de stas meenemen.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *