Citaat Deng Ming-Dao: “Een woelige zee wordt eens kalm. Een bosbrand is eens uitgewoed. Op elke ramp volgt stilte en herstel.”
Taxlive 14/2/24 VNVandaag 13/2/25
Bron: Rechtbank Amsterdam 05-02-2024 (publicatie 09-02-2024) AMS 23/2601 ECLI:NL:RBAMS:2024:494
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBAMS:2024:494
Samenvatting
De eis van de notariële akte volgt uit een wet in formele zin, die niet mag worden getoetst aan algemene rechtsbeginselen, zo stelt de rechtbank. Dat mag alleen als er sprake is van bijzondere omstandigheden die de wetgever niet heeft verwerkt.
Daarvan is in deze zaak sprake vindt de rechtbank, omdat de eis een onrealistisch beeld geeft van waar gedupeerden van de toeslagenaffaire elke dag mee moeten leven. De rechtbank wijkt hiermee af van de vaste jurisprudentie-lijn, maar doet dit bewust.
Opmerking
‘I’m a believer’. Met die gedachte moet rechtbankrechter Van Limburg Stirum de onderstaande uitspraak hebben geschreven en aan die gedachte met name in ro 6.1 en 6.2 lucht willen geven. Dit, omdat wat in die overwegingen staat open deuren zijn: “De rechtbank merkt ten slotte op dat zij zich realiseert dat zij met deze uitspraak afwijkt van de huidige lijn van de jurisprudentie en regelgeving. De rechtbank staat echter volledig achter deze uitspraak en wil hiermee ook een signaal afgeven.” Het zou wat zijn, als de rechter NIET achter zijn uitspraak staat. En het verwijzen naar een lagere rechter als het noemen van de “huidige lijn van de jurisprudentie en regelgeving” is niet sterk, omdat het niet de hoogste rechter is die de parlementaire historie interpreteert en met name op het punt van de ‘bijzondere omstandigheid’. Het is ‘maar’ een rechtbank. Dus ‘onze’ rechter heeft alle vrijheid om aan rechtsontwikkeling te doen. Dat zij zich bewust is “van de kans dat de Afdeling niet meegaat met deze uitspraak” is het risico, dat elke lagere rechter loopt. De broodschrijvers leven er daarom goed van. De stichtelijke woorden van rechter Van Limburg Stirum tenslotte zijn overbodig, maar geven haar ‘cri de coeur’: “De Toeslagenaffaire moet de rechtspraak juist hebben geleerd niet altijd blind te varen op en te verwijzen naar eerder gedane uitspraken en de wet. Het recht wordt immers niet alleen bepaald door jurisprudentie en de wet, maar ook door de rechtsbronnen van de wetenschap en gewoonte, waaronder de algemene beginselen van behoorlijk bestuur. Het is daarom aan de rechtspraak om oog te blijven houden voor de menselijke maat, juist in zaken waarin men al zoveel onrecht heeft moeten doorstaan” Omdat de rechter de kans inschat, dat haar hoogste juridische baas niet met haar meegaat, spoort zij de wetgever aan “om te bezien of er alternatieve mogelijkheden bestaan om informele schulden waaraan geen notariële akte ten grondslag ligt op een werkbare manier te kunnen bewijzen”.
Want dat is hier aan de hand. Schulden van ouders gedupeerd door de toeslagaffaire en die in aanmerking komen voor een herstelmaatregel volgens de Wet hersteloperatie toeslagen op worden door de overheid overgenomen, als aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. De schuld moet in principe notarieel zijn vastgelegd en opeisbaar zijn, wat volgens de overheid in het geval van eiseres niet het geval is. De rechter erkent, dat hier sprake is van een formele wet en dus niet getoetst kan worden aan de Grondwet. Maar toetsing mag volgens de Raad van State, als er een ‘bijzonder omstandigheid’ is waaraan de wetgever niet heeft gedacht en zodanig in strijd is met het evenredigheidsbeginsel, dat toepassing van het wettelijk vereiste achterwege moet blijven. En die omstandigheid is er volgens deze rechter. Eenvoudig, omdat gedupeerde toeslagouders in de financiële ellende geen geld hebben om een notaris te betalen en de ouder wel veel moeite heeft gedaan om de schuld toch vast te leggen als ware het een notariële akte. En opeisbaar? Eiseres heeft ter zitting verklaard dat haar vader meteen had gezegd dat ‘dat geld dus voor hem was’ toen eiseres de compensatie van de Catshuisregeling had ontvangen. Volgens rechter Van Limburg Stirum dus opeisbaar. I’m a believer.
Ricky Turpijn