Citaat A. Schopenhauer: “Alle Beschränkung beglückt”

Taxlive 19/12/23 VNVandaag 18/12/23
Bron: Conclusie AG Wattel 01-12-2023 (publicatie 15-12-2023) 23/01315

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:PHR:2023:1096

https://www.taxlive.nl/nl/documenten/vn-vandaag/kosten-in-verband-met-afkoop-voorwaardelijke-rechten-op-aandelen-volgens-a-g-aftrekbaar/

Samenvatting

Aftrekbeperking ex art. 10(1)(j) Wet Vpb; werknemers-aandelenoptierechten toegekend onder opschortende voorwaarden worden cash afgekocht; kapitaalsfeer? Onderscheid opschortende en ontbindende voorwaarden; art. 6:22 BW; verhouding tot werknemersoptie- en conversierechtarresten en tot de gesplitst-belangdoctrine (Falcons) en de schadevergoedingsjurisprudentie inzake de deelnemingsvrijstelling.

Een typische procedure voor de praktijk van de vennootschapsbelasting over de aftrekbeperking ex art 10, lid 1 onderdeel j Vpb. Dit artikel geeft in het kort een aftrekverbod op de winst van de uitreiking of toekenning van aandelen in het kapitaal van een vennootschap alsmede van rechten om aandelen in dat kapitaal of winstbewijzen in de vennootschap te verwerven. Met name in de wereld van Private Equity zijn dit beloningsvormen voor managers met ‘high potential’, zoals dit ook in bovenstaande procedure speelt.

In geschil is of de belanghebbende in 2015 een voorziening ad € 630.750 mag passiveren voor de half in 2016 en half in 2018 te betalen bonus, of art. 10(1)(j) Wet Vpb aan aftrek en dus ook aan een voorziening in de weg staat. Nadat rechtbank en Hof de inspecteur in het ongelijk hebben gesteld is de zaak door de staatssecretaris voorgelegd aan de Hoge Raad.

De stas stelt één middel in drie onderdelen voor. Hij acht art. 10(1)(j) Wet Vpb geschonden omdat:
(i) art. 10(1)(j) Wet Vpb zijns inziens naar de bedoeling van de wetgever ook opties onder opschortende voorwaarde treft,
(ii) het Hof de werknemersoptie- en conversierechtarresten ten onrechte niet heeft toegepast op opties onder opschortende voorwaarde en
(iii) de gesplitst-belangdoctrine (Falcons) en de schadevergoedingsjurisprudentie inzake de deelnemingsvrijstelling (HR BNB 2003/34, HR BNB 2017/11 en HR BNB 2020/160) zijns inziens niet doorgetrokken kunnen worden naar de toepassing art. 10(1)(j) Wet Vpb.

Advocaat-generaal Wattel concludeert dat de aftrekbeperking ex art 10, lid 1 onderdeel j Vpb naar zijn tekst niet van toepassing is. Er zijn namelijk geen aandelen of opties toegekend of uitgekeerd. Ook is deze bepaling naar haar bedoeling niet van toepassing.

Een interessante verhandeling van de AG Wattel over de civielrechtelijke begrippen ontbindende en opschortende voorwaarde in relatie tot de vraag of er (opties op) aandelen zijn uitgereikt. Een langer spelende vraag is of de Falcons arresten (een gesplitst belang in aandelen leidt tot aandeelhouderschap en daarom mogelijk toepassing van de deelnemingsvrijstelling) ook van toepassing is op opties toegekend onder opschortende voorwaarde. Een vraag die overigens niet in onderdeel 1.2.1.3 van het besluit deelnemingsvrijstelling is gesteld.

https://wetten.overheid.nl/BWBR0043283/2020-03-19

Hoewel de inspecteur met 3-0 achterstaat is hij wel verplicht om in het belang van het recht duidelijkheid te krijgen over deze rechtsvragen bij de hoogste rechter. De uitspraak van de rechtbank dateert van 25 feb 2021. Vanaf 1 oktober 2022 hebben de lagere rechters de mogelijkheid prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad. Voor de rechtbank te laat, maar het zou een mooie prejudiciële vraag zijn geweest.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *