Citaat Walt Disney: “A man should never neglect his family for business”

Taxlive 30/10/23 VNVandaag 29/10/23
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 12-10-2023 (publicatie 23-10-2023) 22/3981 ECLI:NL:RBZWB:2023:7093

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBZWB:2023:7093

X en zijn echtgenote kopen in 2018 een woning voor € 415.000. De aankoop is deels gefinancierd met een lening van € 350.000 bij X’ schoonvader. Het gaat om een annuïteitenlening met een looptijd van dertig jaar, een rentevastperiode van vijf jaar met een rente van 7,3%. Er is geen (hypothecaire) zekerheid gesteld. In 2018 bedraagt X’ loon € 75.950. X en zijn partner hebben op 1 januari 2018 een vermogen van € 123.508. X en zijn partner rekenen de belastbare inkomsten uit eigen woning in de aangiften IB/PVV 2018 aan X toe. De inspecteur weigert de geclaimde renteaftrek deels omdat hij de overeengekomen rente onzakelijk hoog acht. In geschil is de hoogte van de renteaftrek.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur terecht de renteaftrek heeft gecorrigeerd. De inspecteur heeft onweersproken gesteld dat bij bancaire financiering 2,15% rente verschuldigd zou zijn geweest. Omdat sprake is van een particuliere lening zonder hypothecaire zekerheid heeft de inspecteur een rente van 2,75% als zakelijk aangemerkt. De rechtbank acht dit gezien de feiten en omstandigheden van dit geval redelijk. Het beroep is ongegrond.

Mooi, natuurlijk, dat de inspecteur voor de schatkist bij de rechtbank een correctie van 1326 euro op de in aftrek gebrachte eigenwoninglening rente van 2129 euro bij aanslagregeling heeft kunnen handhaven. Met als resultaat een belastbaar inkomen 2018 van 67.514 euro. Normaal gesproken geldt een correctiegrens van 500 euro belastingaanslag, waar beneden de correctie niet wordt aangebracht. Tegen het schijftarief 2018 van 40,85% zou de correctie een vermeerdering van de aanslag betekenen van 542 euro. Dus net boven de correctiegrens. Verder is dit een doorwerkende correctie naar de volgende jaren die cumulatief zeker leidt tot een correctie van 500 euro. Dus de inspecteur heeft het correctiebeleid niet geschonden. Je zou je kunnen afvragen of de inspecteur niet op grotere vissen moet jagen. Ware het niet dat er mogelijk sprake kan zijn van Box 1 en 3 arbitrage.

De eigenwoninglening (partijen verschillen daarover niet van mening) is een annuïteitenlening met rente van 7,3% en looptijd 30 jaar en is belanghebbende aangegaan met zijn schoonvader. Er is verder geen hypothecaire zekerheid gesteld, anders dan dat de rechten uit een levensverzekering zijn verpand en de lening in zijn geheel terugbetaald dient te worden zodra bancaire herfinanciering mogelijk is en dat de lening ingeval van een echtscheiding direct opeisbaar is. Mogelijk, dat de renteopbrengst bij de schoonvader tegen het lagere Box3 tarief wordt belast en bij belanghebbende dus een aftrek tegen het hogere tarief van Box1. De inspecteur heeft wellicht dit voor ogen gehad om toch op deze kleine vis te jagen.

De rente van 7,3% maakt belanghebbende niet aannemelijk (nu het een aftrekpost betreft heeft belanghebbende de bewijslast). Materieel was er wel voldoende zekerheid, dat belanghebbende aan zijn betalingsverplichtingen kon voldoen. Ook heeft de inspecteur onweersproken gesteld, dat een rente van 2,15% bij een bank verschuldigd zou zijn geweest in 2018. Rekening houdende met het feit dat sprake is van een particuliere lening zonder hypothecaire zekerheid, heeft de inspecteur een rente incl. risico opslag van 2,75% terecht als zakelijk mogen aanmerken.

Hoger beroep? Mogelijk, nu het een sterk feitelijke zaak betreft en de appelrechter alle feiten nog een keer op een weegschaaltje mag leggen. En dan is het slim om het onweersproken feit nu wel te weerspreken. Maar of er een hypothecaire rente van 7,3% in 2018 is te vinden, lijkt niet waarschijnlijk. Wellicht zou je de vraag kunnen stellen of de rechtbank terecht verwijst naar het arrest van de Hoge Raad over de onzakelijke lening voor het zakelijk handelen tussen gelieerde partijen (Hoge Raad 25 november 2011, ECLI:NL:HR:2011:BN3442). Immers, het ging in dat arrest over gelieerde rechtspersonen. Hier betreft het gelieerde natuurlijke personen. En: RB Den Haag ECLI:NL:RBDHA:2023:14990 accepteerde 4,5% in 2017.

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:RBDHA:2023:14990

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *