Citaat J van Reen: “Pensioen: fase tussen werk en zerk”

https://kennisgroepen.belastingdienst.nl/publicaties/kg21120233-voldoet-een-in-een-andere-eu-lidstaat-gevestigd-pensioenfonds-aan-de-vereisten-voor-toepassing-van-de-nederlandse-subjectieve-vrijstelling-voor-pensioenlichamen/

Het belang van de vraag aan de kennisgroep is de teruggaaf van dividendbelasting ingehouden ten laste van in NL gevestigde, maar niet aan vennootschapsbelasting (Vpb) onderworpen lichamen. Pensioenlichamen voldoen hieraan. Maar ook pensioenlichamen elders binnen de EU gevestigd, zoals in dit geval. Een antidiscriminatie regel. Maar dan moeten zij – als zij in NL gevestigd zouden zijn – ook niet Vpb plichtig zijn. Pensioenlichamen zijn namelijk subjectief vrijgesteld van Vpb. Maar niet zomaar. Zij moeten voor minimaal 90% van hun activiteiten uitvoering geven aan kwalificerende pensioenregelingen en de winst uitsluitend aanwenden voor bepaalde doelen. Bijzonder is, dat het pensioenlichaam dus eerst Vpb plichtig moet zijn om vervolgens vrijgesteld te zijn. In NL gevestigde gekwalificeerde pensioenlichamen drijven in de regel vanwege hun pensioenwerkzaamheden een onderneming en zijn daarom Vpb plichtig. Maar voor in het buitenland gevestigde pensioenlichamen is dat nog maar de vraag. In het aan de kennisgroep voorgelegde geval is de kwalificatie van het buitenlandse pensioenlichaam als publiekrechtelijk lichaam een gegeven. Als dit lichaam in NL gevestigd zou zijn, dan zou dit lichaam Vpb plichtig zijn voor zover het een onderneming drijft. Zoals gezegd vormen pensioenwerkzaamheden een onderneming. En overige activiteiten? Die worden tot die onderneming gerekend. Dus het buitenlands pensioenlichaam zou Vpb plichtig zijn, als het in NL gevestigd zou zijn. En komt dus in aanmerking voor de vrijstellingstoets. Deze toets is een combinatie van wet én besluit.

https://wetten.overheid.nl/BWBR0042886/2022-08-05

In dit geval doorstaat het pensioenlichaam de toets níet volgens de kennisgroep. Pensioenen met afkoopmogelijkheid zijn geen kwalificerende pensioenregelingen. ICT en administratieve ondersteuning ook niet. Het besluit geeft de mogelijkheid invulling te geven aan de minimale eis van 90% kwalificerende pensioenwerkzaamheden. Welk criterium wordt gebruikt is aan het pensioenlichaam, mits sprake is van een passend criterium dat consistent wordt toegepast. De gehanteerde criteria als belegging (niet consistent) en inkomen (consistent, maar minder dan 90%) voldoen volgens de kennisgroep niet.

De uitkomst is natuurlijk onbevredigend voor het pensioenlichaam: Vpb plichtig en dus geen teruggaaf van ingehouden dividendbelasting. De eerstvolgende afgewezen teruggaafbeschikking lijkt rijp voor de rechter. Met name zal dan de 90% regel voorgelegd worden.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *