Citaat Wiet van Broeckhoven: “Wegens de stijgende kosten van het levensonderhoud zijn de tarieven op de begraafplaats verhoogd.”
Taxlive 20/2/25 VNVandaag 19/2/25
Samenvatting
Activiteiten op een gemeentelijke begraafplaats die wettelijk zijn vastgelegd als een overheidstaak en waarmee niet in feitelijke concurrentie met private ondernemers wordt getreden, vallen onder de overheidstakenvrijstelling. Dit staat in een standpunt van de Kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen.
Het gaat in de aan de Kennisgroep voorgelegde casus over de volgende activiteiten van de gemeente op en rondom een gemeentelijke begraafplaats: het gelegenheid geven tot begraven, overige werkzaamheden en dienstverlening en het aanbieden van diensten in een naastgelegen rouwcentrum. Het gelegenheid geven tot begraven is een overheidstaak die vastgelegd is in de Wet op de Lijkbezorging. Het resultaat behaald met deze activiteiten kan vrijgesteld worden onder de overheidstakenvrijstelling indien de gemeente met deze activiteiten feitelijk niet in concurrentie treedt met private ondernemers. Het is aan de inspecteur om dit te beoordelen. De overige werkzaamheden en het aanbieden van diensten in het rouwcentrum hebben geen wettelijke basis als overheidstaak of publiekrechtelijke bevoegdheid. Deze activiteiten kunnen dan ook niet onder de overheidstakenvrijstelling worden gebracht.
Opmerking
Zo loop je op gemeentelijke begraafplaats Westduin in Den Haag en kom je de namen tegen van de dichter Martinus Nijhoff, en de prostituee Blonde Dolly. Of op de begraafplaats Kerkhoflaan, waar je zo maar het graf van Johan Rudolph Thorbecke kan tegenkomen, de grondlegger van de nieuwe grondwet van 3 november 1848. Haagse dingen van toen, maar in het tumult van de actualiteit springlevend. De gemeente heeft 2 begraafplaatsen, de overige 8 zijn in handen van particulieren. Het gelegenheid geven tot begraven is een echte overheidstaak, dat volgt uit de Wet op de lijkbezorging. Particuliere begraafplaatsen hebben een vergunning van de gemeente nodig. Het uitbaten van overheidsondernemingen is vanaf 1/1/2016 onderworpen aan de vennootschapsbelasting. Kennelijk is onlangs pas onder de aandacht van de inspecteur gekomen de vraag of het beheer van een gemeentelijke begraafplaats een overheidsonderneming is. Opmerkelijk, omdat elke gemeente verplicht is een gemeentelijke begraafplaats te hebben. Dus het gaat niet om een beperkt aantal. Mogelijk, dat nu pas de vraag opkomt welke handelingen daar nu onder wordt verstaan. Dan is de kennisgroep bij uitstek om daar iets over te zeggen.
Die handelingen zijn het gelegenheid geven tot begraven, overige werkzaamheden en dienstverlening en het aanbieden van diensten in een naastgelegen rouwcentrum. Het gelegenheid geven tot begraven is een overheidstaak die vastgelegd is in de Wet op de Lijkbezorging. Het resultaat behaald met deze activiteiten kan vrijgesteld worden onder de overheidstakenvrijstelling indien de gemeente met deze activiteiten feitelijk niet in concurrentie treedt met private ondernemers. Het is aan de inspecteur om dit te beoordelen. De overige werkzaamheden en het aanbieden van diensten in het rouwcentrum hebben geen wettelijke basis als overheidstaak of publiekrechtelijke bevoegdheid. Deze activiteiten kunnen dan ook niet onder de overheidstakenvrijstelling worden gebracht.
Interessant is hoe de kennisgroep via de omzetbelasting komt tot wat een (vrijgestelde) overheidstaak is. Dus niet als er sprake is van potentiële concurrentie. Maar de vennootschapsbelasting zou de overheidstakenvrijstelling slechts bij feitelijke concurrentie weigeren (art 8eVpb). Dat laatste vergt wellicht wat meer uitleg, nu ook potentiële concurrentie kan leiden tot belastingplicht voor overheidsondernemingen (art 4 Vpb).
Ricky Turpijn
