Citaat Fons Jansen: “Als de natte zoenen van griezelige tantes ook tot de categorie ‘ongewenste intimiteiten’ vallen, dan doe ik met terugwerkende kracht aangifte”

Taxlive 21/11/22 VNVandaag 18/11/22
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 01-11-2022 (publicatie 16-11-2022) BRE 21/3185 ECLI:NL:RBZWB:2022:6320

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBZWB:2022:6320

Samenvatting

X heeft sinds 2014 een rijksmonument, dat kwalificeert als eigen woning. Belanghebbende is in 2015 niet uitgenodigd tot het doen van aangifte en doet vervolgens op 2 april 2019 een spontane aangifte IB/PVV 2015. Daarin claimt hij een persoonsgebonden aftrek ten bedrage van 80% van € 284.858 (€ 227.887) in verband met de onderhoudskosten van het rijksmonument. De inspecteur wijkt van de aangifte af, accepteert € 81.941 als drukkende onderhoudskosten en corrigeert het belastbare inkomen als gevolg van het aanwezige box 3-vermogen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur niet onzorgvuldig heeft gehandeld door het niet uitreiken van het aangiftebiljet, omdat X na het ontstaan van de belastingschuld zelf om uitreiking daarvan had moeten verzoeken. De indiening van de aangifte, in combinatie met de vermelding van aanwezig vermogen, leverden een navordering rechtvaardigend nieuw feit op. De rechtbank acht het voorts niet aannemelijk dat X in redelijkheid meer kosten had moeten maken voor werkzaamheden om het pand als kantoorpand in bruikbare staat te herstellen of te houden. De in de navorderingsaanslag opgenomen box 3-heffing leidt tot slot niet tot een individuele een buitensporige last voor X. Het beroep is ongegrond.

Opmerking

Geen aangifte gehad? Dan er zelf om vragen.

Het misverstand bestaat, dat als je geen uitnodiging krijgt van de fiscus om aangifte te doen, dat je dan achterover kan leunen. Niet dus. De fiscus kan niet altijd vermoeden, dat je belastingplichtig bent. Als je zelf denkt dat je belastingplichtig bent, dan ben je verplicht binnen een termijn, nadat de belastingschuld is ontstaan, zelf om een aangifte te vragen. Of voordat de belasting moet worden betaald. Die termijn is belangrijk, omdat als er meer dan drie jaren zijn verstreken na het belastingjaar de inspecteur geen recht meer heeft om bijv. een aanslag inkomstenbelasting op te leggen. Dan kan die alleen nog binnen vijf jaren een navorderingsaanslag opleggen. Maar dan moet de inspecteur wel een nieuw feit hebben. Vaak is dat wel het geval, omdat uit die alsnog ingediende aangifte iets blijkt, wat de inspecteur niet eerder heeft kunnen weten in die eerste drie jaren. Voor de omzetbelasting geldt dat nieuwe feit overigens niet.

Een soortgelijke situatie speelde zich af voor de rechtbank. Belastingplichtige had de aangifte inkomstenbelasting 2015 uit eigen beweging pas na drie jaren ingediend. De inspecteur trof een nieuw feit aan in de aangifte en heeft alsnog een navorderingsaanslag opgelegd. Belastingplichtige vond echter, dat door geen aangifte uit te reiken, de inspecteur een ambtelijk verzuim begaat. Dat staat de navorderingsaanslag in de weg.

De rechter wijst echter op de eigen verantwoordelijkheid van belastingplichtige, nu de inspecteur geen vermoeden had van belastingplicht over 2015. De inspecteur mocht daarom van de rechter de navorderingsaanslag opleggen. Ik vraag mij af of de rechtbank niet had kunnen volstaan met het wijzen op het nieuwe feit. Dat de aangifte niet is uitgereikt, heeft niets met het nieuwe feit te maken. Een hoger beroep op dit punt is gedoemd te mislukken.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *