Citaat Douglas Adams: “Don’t believe anything you read on the net. Except this. Well, including this, I suppose.”

Taxlive 5/8/24 VNVandaag 4/8/24

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBGEL:2024:3636

Een kantonrechter in Gelderland stelde de populaire AI-chatbot een vraag en nam dat antwoord gedeeltelijk over in zijn vonnis, in een conflict tussen twee huiseigenaren. Volgens de rechtbank heeft de kantonrechter ChatGPT niet als leidraad gebruikt om tot een beslissing te komen. “Voor de uiteindelijke inhoudelijke uitkomst van de zaak heeft het dus geen enkele rol gespeeld”, benadrukt een woordvoerder.

Cyberspecialisten reageren verbijsterd en ook onder rechters wordt getwijfeld of deze inzet van ChatGPT toelaatbaar en verantwoord is.

Het inzetten van ChatGPT in de rechtspraak ligt gevoelig. Bijna twee jaar na de lancering kan de chatbot nog altijd foute antwoorden op vragen geven. Ook geeft de taalcomputer telkens een ander antwoord afhankelijk van hoe je de vraag stelt en welke versie je gebruikt. En bovendien blijft OpenAI, de maker van de chatbot, behoorlijk vaag over het bronmateriaal.

Aldus Taxlive.

Het gaat om een burenruzie, waarbij een rendementsverlies zonnepanelen zou zijn door een naburige dakopbouw. De rechter overweegt daarbij: “5.7 De kantonrechter schat, mede met behulp van ChatGPT, de gemiddelde levensduur van zonnepanelen uit 2009 op 25 à 30 jaar; die levensduur wordt daarom hier op 27,5 jaar gesteld.”

Ik denk niet, dat de rechter hier gemakzuchtig was, maar zoals velen een geloof heeft in het waarheidsgehalte van chatGPT (en wellicht ook een beetje gemakzuchtigheid). In fiscale rechtszaken lees je, dat rechters oordelen over het ter zitting afgestoken pleidooi van belanghebbende als “geloofwaardig”. Terwijl niet te volgen is in het procesverbaal, waar die geloofwaardigheid op is gebaseerd. Maar het is ook de taak van de rechter om te oordelen, kijk maar als het ex equo ac bono (in goede justitie) wordt geveld. In het hiervoor aangehaalde stukje overweging wordt daarnaast “mede” genoemd. Dat is wellicht de veiligheidsklep voor de rechter, omdat de kennis bestaat kennelijk naast de eigen wetenschap van de rechter. De rechter mag immers de feiten aanvullen die voor het oordeel nodig is, zolang de rechter maar niet buiten de rechtsstrijd van partijen treedt. Toch denk ik wel, dat beroep op z’n plaats is. De rechter is echt niet op zijn (ik ga uit van een man) achterhoofd is gevallen en weet, dat het nieuw is wat hij doet. Maar het wordt dan tijd om de moderniteit aan de hoogste rechter voor te leggen.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *