Citaat Carlos Ghosn: “De meest interessante informatie die ik over een concurrent kan hebben is de kosten”

De Eerste Kamer heeft het wetsvoorstel Implementatiewet Richtlijn openbaarmaking winstbelasting (36157) aangenomen. Het voorstel is op 5 december 2023 als hamerstuk afgedaan.

https://www.eerstekamer.nl/wetsvoorstel/36157_implementatiewet_richtlijn

Info op de site van de Eerste Kamer: een hamerstuk is een wetsvoorstel waarover niemand tijdens een plenaire vergadering het woord wenst te voeren en dat zonder stemming wordt aanvaard. In principe mag er geen debat meer worden gehouden. Bewindslieden worden dan ook niet uitgenodigd de openbare behandeling van wetsvoorstellen die als hamerstuk worden afgedaan, bij te wonen. De fractie van JA21 is daarbij aantekening verleend. Met het vragen van aantekening kunnen leden aangeven dat zij, als er stemming zou hebben plaatsgevonden over een wetsvoorstel, tegen zouden hebben gestemd.

Woordvoerders of fractievoorzitters kunnen deze aantekening namens de aanwezige leden van hun fracties vragen. Het is niet toegestaan bij het vragen van aantekening een toelichting te geven, c.q. een stemverklaring af te leggen.

Kennelijk was de Memorie van Toelichting zo duidelijk, dat behalve JA21 de voltallige Eerste Kamer heeft ingestemd met het behandelen als hamerstuk. Dan is het juist waard om het dissonante geluid van JA21 te horen, wat dus niet mogelijk is.

Het betreft een informatieplicht op basis van het nieuwe art 391a BW voor multinationals met – zelfstandig of geconsolideerd – kortweg gezegd meer dan €750 mln inkomsten over hun wereldwijd betaalde winstbelasting. Maatschappelijk verantwoord ondernemen, daar kan een multinational toch geen bezwaar tegen hebben? En de extra administratieve lasten vallen ook mee volgens de Memorie van Toelichting. Enkele punten daaruit.

Het wetsvoorstel en de memorie van toelichting worden aangeboden in overeenstemming met de Staatssecretaris van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst)

De administratieve lasten ten gevolge van de implementatie van de richtlijn zijn naar verwachting beperkt. De informatie die jaarlijks verstrekt moet worden in een afzonderlijk verslag, moet al beschikbaar zijn in het kader van de geconsolideerde jaarrekening of in het kader van de Nederlandse uitwerking van de OESO-afspraken en de EU-Richtlijn 2011/16/EU (zie hierboven in par. 1). Die uitwerking staat in de jaarlijkse aanvullende documentatieverplichtingen verrekenprijzen uit hoofdstuk VIIa van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

De bepalingen ter uitvoering van de richtlijn uiterlijk van toepassing zullen zijn op boekjaren die volgen op of na 22 juni 2024
…”

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *