Citaat Johan Cruijff: “Je kunt beter ten onder gaan met je eigen visie dan met de visie van een ander”
Taxlive 13/5/24 VNVandaag 10/5/24
Bron: Gerechtshof Den Haag 05-03-2024 (publicatie 07-05-2024) BK23/00056 ECLI:NL:GHDHA:2024:327
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHDHA:2024:327
Samenvatting
X beschikt over bank- en spaarrekeningen en een tweede woning. Verder heeft zij een schuld. Voor het jaar 2019 wordt aan X een IB-aanslag opgelegd naar een box 3-inkomen van € 8320. Naar aanleiding van het Kerst-arrest van de Hoge Raad stelt de inspecteur het box 3-inkomen vast op € 3485. Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen aanleiding bestaat om de belastingaanslag verder te verlagen dan de inspecteur reeds heeft gedaan. Daarbij houdt de rechtbank wel rekening met de niet-gerealiseerde waardestijging van de tweede woning. X gaat in hoger beroep. De inspecteur stelt vervolgens, naar aanleiding van de verminderde WOZ-waarde van de tweede woning, het box 3-inkomen vast op € 3319.
Hof Den Haag oordeelt dat compensatie aan X moet worden geboden. Daarbij moet alleen rekening worden gehouden met het werkelijk behaalde rendement. Er wordt geen rekening gehouden met de niet-gerealiseerde waardestijging van de tweede woning. Omdat de woning niet wordt verhuurd, wordt voor de woning geen inkomen in aanmerking genomen. Daartegenover staat dan ook dat geen rekening wordt gehouden met de kosten van de tweede woning. Het hof stelt het in 2019 werkelijk door X en haar echtgenoot behaalde rendement vast op € 924 en verlaagt het box 3-inkomen van X uiteindelijk naar € 358. Gezien het vermogen van X en haar echtgenoot, en zijn belastbaar inkomen, is er volgens het hof geen sprake van een individuele en buitensporige last.
De Telegraaf heeft van het weekend aandacht besteed aan deze uitspraak onder de titel Hof fluit fiscus terug: geen belasting overwaardestijging tweede huis.
Opmerking
Hof Den Haag houdt koppig vol. Eerder begin dit jaar heeft zij dit standpunt al ingenomen. https://jurisprudentiemeteenglimlach.nl/?p=3912
Nu weer in haar uitspraak van 05/3/2024 (publicatie 07/5/2024), anders dan de rechtbank. “Bij de bepaling van het werkelijk door belanghebbende behaalde rendement dient de niet gerealiseerde waardestijging van de tweede woning dus buiten beschouwing te blijven. Het andersluidende standpunt van de Inspecteur wordt verworpen.”
Nu het uur u nadert, dat de Hoge Raad in aug/sep dit jaar duidelijkheid moet geven over de Wet rechtsherstel Box 3 en mogelijk over de Overgangswet Box 3, heeft belanghebbende over de aanslag IB 2019 voorlopig de ‘buit’ binnen. Interessant is, hoe het Hof zou hebben geoordeeld, als de inspecteur met het oog op de herziening Box3 vanaf 2027 (of later) als subsidiair standpunt het forfait voor voordeel privégenot vakantiewoning – zoals in Box1- had opgevoerd. Als compensatie voor het werkelijk rendement op een niet verhuurde tweede woning in Box3. Zelfstandig hoeft het Hof zich daar niet over uit te laten. Daartoe uitgenodigd wel. Is een ‘genot’ wel in een waarde uit te drukken, laat staan in een forfait?
Ricky Turpijn