Citaat John Milton: “A good principle not rightly understood may prove as hurtful as a bad.”
Taxlive 13/9/24 VNVandaag 13/9/24
Bron: Hoge Raad 08-01-2021 20/00339 ECLI:NL:HR:2021:34
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2024:1178
Samenvatting
X is in 2020 mede-eigenaar van een in de gemeente Gulpen-Wittem gelegen woning. X en de andere eigenaar hebben hun hoofdverblijf in een andere gemeente. Zij hebben de woning in Gulpen-Wittem gedurende meer dan negentig dagen tot hun beschikking. In geschil is de aanslag forensenbelasting. In 2019 geldt een vast tarief van € 129 en een variabel tarief van 0,23% van de WOZ-waarde. De aanslag van 2020 bestaat uit een vast tarief van € 280 en een variabel tarief van 0,56% van de WOZ-waarde. Hof ’s-Hertogenbosch handhaaft de aanslag, ondanks dat de gemeente de tariefsverhoging op basis van een amendement heeft ingevoerd zonder onderzoek te doen naar de vraag of de verhoging het beoogde effect op de woningmarkt kan hebben, of sprake is van leegstand of spookgebieden, en of daadwerkelijk sprake is van verdringing van starters op de woningmarkt door eigenaren van tweede woningen. X gaat in cassatie.
De Hoge Raad oordeelt dat de forse tariefsverhoging buiten toepassing moet blijven wegens strijd met de algemene rechtsbeginselen. De verhoging is onzorgvuldig voorbereid en is gebrekkig gemotiveerd. De belastingrechter kan daardoor niet beoordelen of het tarief in strijd is met het evenredigheidsbeginsel als algemeen rechtsbeginsel. Als gevolg daarvan moet de tariefsverhoging buiten toepassing blijven. De aanslag wordt verlaagd naar het tarief van 2019.
Opmerking
Naast mogelijke Box3 perikelen kan de eigenaar van een niet verhuurde vakantiewoning voor eigen gebruik ook nog eens te maken hebben met een forensenbelasting. Art 223 Gemeentewet biedt de basis voor de heffing. De forensenbelasting dient ertoe om mensen die relatief veel in een gemeente verblijven, maar geen ingezetene zijn van deze gemeente, mee te laten betalen aan voorzieningen in die gemeente. Het doel is niet om kosten voor deze voorzieningen één op één te verhalen, maar juist om een bijdrage te vragen aan het algemene voorzieningenniveau van de gemeente.
https://vng.nl/artikelen/forensenbelasting
Zo was belh in onderstaande procedure voor de HR het niet eens met de forensenbelasting 2020 van een Zuid-Limburgse gemeente.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2024:1178
Met name de verhoging ten opzichte van het tarief 2019 schoot in het verkeerde keelgat van belanghebbende. Verschillende grieven van belh die in eerdere jurisprudentie door de HR zijn afgeschoten treffen ook nu geen doel. Maar het beroep op het evenredigheidsbeginsel treft wel doel. De HR past hier een exceptieve toets toe, dat wil zeggen toetst hier een lagere, materiële wet aan een algemeen rechtsbeginsel, het evenredigheidsbeginsel. (HR 8 januari 2021, ECLI:NL:HR:2021:34, rechtsoverweging 5.1.). De rechter kan dit niet doen met een formele wet (art 120 GW). De roep om een constitutioneel Hof zou hier verandering in kunnen brengen.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2021:34
Om precies te zijn: de toetsing aan dat beginsel was onmogelijk, omdat de belastingrechter als gevolg van een onzorgvuldige voorbereiding of gebrekkige motivering niet kan beoordelen of de verhoging van het tarief in strijd is met het evenredigheidsbeginsel. De gemeente had namelijk bij de verhoging van het tarief niet de belangen van de belastingplichtigen die daardoor worden geraakt meegewogen. Het ligt volgens de HR “niet op de weg van de rechter om de betrokken belangen alsnog af te wegen, indien de gemeentelijke wetgever dit heeft nagelaten. Indien als gevolg van een onzorgvuldige voorbereiding of gebrekkige motivering niet valt te beoordelen of een voorschrift dat tot een lastenverzwaring leidt in overeenstemming is met het evenredigheidsbeginsel, brengt dit als regel mee, dat de rechter dit voorschrift buiten toepassing dient te laten. Dat is slechts anders, indien de negatieve gevolgen van dat voorschrift zo beperkt zijn, dat zonder meer kan worden aangenomen dat die gevolgen niet onevenredig zijn in verhouding tot de met die lastenverzwaring te dienen doelen”.
En hier scherpt volgens mij de HR haar eerdere jurisprudentie over de exceptieve toetsing aan.
Het tarief van voor de verhoging (2019) past de HR toe. Het is waard om bij een verhoging van de forensenbelasting van een gemeente, waarin de Box3 vakantiewoning is gelegen, dit arrest er nog eens naast te leggen.
Ricky Turpijn