Citaat Lao-Tse: “Wat de rups het einde noemt, noemt de rest van de wereld een vlinder.”
Taxlive 5/12/24 VNVandaag 4/12/24
Samenvatting
Het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M, V-N 2009/65.17, blijft van toepassing op kalenderjaren voor de inwerkingtreding van de artikelen I t/m VIII van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WFKR), en is niet van toepassing op de kalenderjaren vanaf de inwerkingtreding van deze wetsartikelen. Het beleid in het besluit is niet meer van toepassing met ingang van 1 januari 2025.
De Staatssecretaris van Financiën heeft dit bekendgemaakt.
Voor de periode t/m 31 december 2024 geldt het beleid zoals opgenomen in dit besluit, en voor de periode daarna geldt de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen. De overgangsregeling uit onderdeel 8 vervalt omdat deze niet meer toegepast kan worden. De wijzigingen treden in werken op 1 januari 2025.
Opmerking
Het beleid in het Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden van 11 december 2009, nr. CPP2009/519M, V-N 2009/65.17 is niet meer van toepassing met ingang van 1 januari 2025.
Het Besluit blijft van toepassing op kalenderjaren voor de inwerkingtreding van de artikelen I t/m VIII van de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WFKR), en is niet van toepassing op de kalenderjaren vanaf de inwerkingtreding van deze wetsartikelen.
Met het bericht van de stas, dat het Besluit niet meer van toepassing is, is een einde gekomen aan de lange weg van de belastinginspecteur om een naar buitenlands recht opgerichte rechtsvorm te kwalificeren voor de Nederlandse belastingheffing aan de hand van richtlijnen van de stas.
Al in de 90er jaren van de vorige eeuw zag de inspecteur Vpb zich geconfronteerd met de vraag of de buitenlandse rechtsvorm meer de kenmerken van een VOF had en dus transparant was of dat de kenmerken van een BV de boventoon voerden en dus niet transparant was. Dat maakte voor de heffing IB, Vpb én Divbel wel uit. De werkgroep onduidelijke rechtsvormen trachtte in de kwalificatie structuur aan te brengen en hielp met de totstandkoming van het eerste besluit over het onderwerp naar aanleiding van de Franse SNC (Besluit van 18 september 1997, DG097-004217 BNB 1998/15).
Door de globalisering verschenen steeds meer naar buitenlands recht opgerichte rechtsvormen die een financieel belang hadden met Nederland.
De kennisgroep belastingplicht en kwalificatie rechtsvormen nam begin 2000 de kwalificatie van deze exoten over en heeft met voortschrijdend inzicht de kwalificatie voor de inspecteur én de adviespraktijk in opvolgende besluiten neergelegd. Er verscheen zelfs een lijst van gekwalificeerde rechtsvormen.
Hoewel na 2009 geen nieuw besluit is verschenen, heeft de discussie intern niet stilgelegen. Sterker, het besef was dat de kwalificatie een sterkere positie moest hebben in wetgeving en dat een andere benadering van de kwalificatie nodig was. Met als resultaat de Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen (WFKR). Ook die wet laat overigens ruimte voor discussie omtrent de kwalificatie van naar buitenlands recht opgerichte rechtsvormen. Vandaar de komende AMvB hierover.
Maar voor nu dus de zwanenzang van het kwalificatiebesluit. RIP.
Ricky Turpijn