“Voor de heer Roemer is het een belastingparadijs als de belastingen hoog zijn. Voor mij als de belastingen laag zijn” (Mark Rutte).

Taxlive 17/10/25 VNVandaag 17/10/25
Bron: Hoge Raad 17-10-2025 22/00855 ECLI:NL:HR:2025:1568

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2025:1568

X BV is in 1994 opgericht naar Nederlands recht. Zij staakt haar activiteiten in 2011 en verplaatst de werkelijke leiding naar Malta. Vanaf 30 december 2011 worden de aandelen in X BV gehouden door een Belgische CV, waarin de oud-DGA van X BV voor 99,99% is gerechtigd. De oud-DGA- woont vanaf 1 januari 2012 in Frankrijk. Voor 2012, 2013 en 2014 claimt X BV in de VPB-sfeer voorkoming van dubbele belasting voor de winst op obligaties en aandelen die bij een Zwitserse bank zijn belegd en voor Duitse handelscommissies. Van deze winsten zijn alleen de commissies overgemaakt (‘remitted’) naar Malta. Malta heft hierover 35%, waarvan later een teruggaaf is verleend van 6/7e-deel daarvan in verband met een aan de CV uitgekeerd dividend. In geschil is of de inspecteur de winst terecht niet heeft verminderd met de vermogenswinsten en de commissies. Volgens Hof Arnhem-Leeuwarden is dat terecht, omdat X BV in Malta als non-domiciled resident niet is onderworpen aan een ‘redelijke’ heffing (vgl. HR 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:465, V-N 2015/14.7).

De Hoge Raad oordeelt dat het Verdrag met Malta zowel een heffingsvacuüm wil voorkomen in verband met het aldaar voor non-domiciled residents geldende remittance base regime (art. 2 lid 5), als het onthouden van de verdragsvoordelen aan hen die door een bijzondere regeling geheel of gedeeltelijk van belastingheffing zijn vrijgesteld (art. 30). Deze bepalingen doorkruisen elkaar niet. De Nederlandse VPB-heffing is ook niet in strijd met de EU-verkeersvrijheden. Bij een dispariteit tussen nationale stelsels bieden deze namelijk geen bescherming (zie HvJ EU 14 november 2006, ECLI:EU:C:2006:713, V-N 2006/59.13). X BV kan zich in cassatie niet meer met succes beroepen op vooringenomenheid van het hof. De feiten en omstandigheden waren namelijk reeds bekend op de zitting bij het hof en de gemachtigde had toen na enig beraad verklaard dat er geen reden was voor een wrakingsverzoek. Het beroep van X BV is ook voor het overige ongegrond.

Belangrijk arrest voor bestrijders van de Malta route.

Malta, een soeverein (ei)land en lid van de EU. Met het recht op eigen wijze belasting te heffen over het inkomen van haar inwoners. Naast de schoonheid van het eiland genieten de inwoners – natuurlijke en rechtspersonen – van een aantrekkelijk inkomstenbelasting klimaat. Speciaal voor vermogensinkomsten is het klimaat mild te noemen. Geen wonder dat vermogende buitenlandse bedrijven aan het eind van hun leven de zetel naar Malta – eventueel tijdelijk – verhuizen.

Zo hebben ook Nederlandse dga’s met flinke beleggingsvermogens in hun BV deze Malta route gevonden. Om uiteindelijk de zak met geld fiscaal vriendelijk leeg te schudden richting de aandeelhouder, die natuurlijk niet meer in het belastingonvriendelijke NL woont.

De Coördinatiegroep Constructiebestrijding van de Belastingdienst maakt jacht op deze constructies. In onderstaande zaak voor de HR zet de Belastingdienst een stokje tussen de spaken van de Malta route. Dat de Constructiegroep een specialist is in de aanpak is ook doorgedrongen tot de rechters. Het Hof van dienst heeft zich (onder vele andere rechters) kort voor de zitting laten voorlichten over die route. Wat aan belastingplichtige op de zitting is gemeld. Het Hof en ook belpl zagen geen reden – vastgelegd in het procesverbaal – voor een wraking vanwege vooringenomenheid. In cassatie komt belpl daar op terug. Maar de HR verwijst naar het procesverbaal en wijst de wraking af.

De aanpak begint altijd met de vraag of de BV de feitelijke leiding heeft verplaatst naar Malta. Maar daar is in onderstaande zaak geen geschil over. De samenvatting van Taxlive biedt voldoende inzicht over de feiten, enkele geschilpunten en het antwoord op een rechtsvraag in het verdrag Malta/Nederland.

De Hoge Raad oordeelt dat het Verdrag met Malta:

1. zowel een heffingsvacuüm wil voorkomen in verband met het aldaar voor non-domiciled residents geldende remittance base regime (art. 2 lid 5),

2. als het onthouden van de verdragsvoordelen aan hen die door een bijzondere regeling geheel of gedeeltelijk van belastingheffing zijn vrijgesteld (art. 30).

Deze bepalingen doorkruisen elkaar niet.

Art 2, lid 5 Verdrag is een zgn. remittance bepaling, slechts voorkoming voor de Maltese inkomstenheffing over daadwerkelijk naar Malta overgemaakte inkomsten.

Naar Maltees recht wordt de BV aangemerkt als een zogenoemde non-domiciled resident vennootschap. Voor een non-domiciled resident vennootschap zijn alleen de naar Malta overgemaakte (‘remitted’) winsten (‘income’) in Malta belastbaar. Over deze in Malta ontvangen winst wordt krachtens de Maltese Income Tax Act (hierna: de ITA) belasting geheven; het algemene belastingtarief op grond van de ITA bedraagt 35 procent. Een non-domiciled resident vennootschap is geen belasting verschuldigd over vermogenswinsten uit een buiten Malta gelegen bron; dergelijke winsten zijn onbelast, ook als zij naar Malta worden overgemaakt.

De HR schaart zich achter de oordelen van het Hof, dat art 30, lid 1 op belanghebbende, de BV, van toepassing is, zodat het Verdrag niet van toepassing is en belangh voor de onderhavige jaren dus is uitgesloten van de verdragsvoordelen. Dit is een belangrijk oordeel in de strijd tegen de Malta route. Immers, het Hof – ondersteund door de HR – ziet de profijtelijke belastingregeling voor naar Malta verplaatste BV’s als een bijzondere regeling in de zin van art 30, lid 1 Verdrag.

De Inspecteur heeft volgens het Hof in de onderhavige jaren dan ook terecht de vermogenswinsten en de commissies in de grondslag van belanghebbendes wereldwinst betrokken.

Links naar in het arrest genoemde arresten

HvJ EU 14 november 2006, ECLI:EU:C:2006:713

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?uri=CELEX:62004CJ0513

HR 27 februari 2015, ECLI:NL:HR:2015:465

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2015:465

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *