
Citaat Cicero: “De natuur heeft ons niet gegeven, enige grens te kennen.”
De Staatssecretaris van Financiën heeft het huidige correctiebeleid vastgelegd in het Besluit correctiebeleid belastingaanslagen. De correctiegrens bij het vaststellen van een (navorderings)aanslag IB en VPB wordt aangepast naar aanleiding van de arresten van de Hoge Raad van 26 juni 2020, ECLI:NL:HR:2020:1109, V-N 2020/31.18 en 12 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1671, V-N 2021/49.17.
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2025-8977.pdf
De grenzen worden ook wel de irritatiegrenzen genoemd. Het opleggen van een (navorderings) aanslag na een correctie in de aangifte onder een bepaald bedrag kan irritatie oproepen en mogelijk later aanleiding zijn van niet compliant gedrag.
Daar kan je anders over denken. Als je de aangifte juist had ingediend, had je het ‘cadeautje’ niet gekregen. Hoezo slecht gedrag belonen?
Overigens niet te verwarren met de aanslag- en teruggaafgrens, die een efficiëntie maatregel voor de Belastingdienst inhoudt. Met de voortschrijdende digitalisering zou dat een keer nihil moeten zijn.
Correctiegrenzen
1. Bij het vaststellen van de aanslag of een naheffingsaanslag brengt de inspecteur een correctie aan als de verschuldigde belasting of premies of inkomensafhankelijke bijdrage Zvw tezamen als gevolg van de correctie € 225 of meer bedraagt.
2. Bij het vaststellen van een navorderingsaanslag brengt de inspecteur een correctie aan als de verschuldigde belasting of premies of inkomensafhankelijke bijdrage Zvw als gevolg van de correctie € 450 of meer bedraagt.
3. Bij het vaststellen van de aanslag IB of Vpb of een verliesbeschikking brengt de inspecteur een correctie aan als het verzamelinkomen dan wel de belastbare winst daardoor ten minste € 500 hoger wordt.
4. De inspecteur stelt een navorderingsaanslag IB of Vpb of een herziening van de verliesbeschikking vast als het verzamelinkomen dan wel de belastbare winst daardoor ten minste € 1.000 hoger wordt.
Maar er zijn uitzonderingen onder meer:
– Als een belastingplichtige verzoekt een correctie aan te brengen, brengt de inspecteur deze correctie aan ongeacht de correctiegrenzen, nadat hij het verzoek beoordeeld heeft of aan de hand van de wettelijke bepalingen heeft of aan de hand van de wettelijke bepalingen.
– Als de correctie van de inspecteur in verhouding tot de (vast te stellen) aanslag van geringe omvang is, kan in afstemming met de vaktechnische lijn worden besloten om geen correctie aan te brengen bij het vaststellen van de aanslag of om geen navorderingsaanslag of naheffingsaanslag vast te stellen.
Dus de laatste uitzondering is een soort ‘veiligheidsklep’, maar zou zich nooit mogen voordoen.
Ricky Turpijn