Citaat Bill Gates: “De toekomst van reclame is het internet.”
Taxlive 31/1/24 VNVandaag 30/1/24
Bron: Rechtbank Zeeland-West-Brabant 18-01-2024 (publicatie 24-01-2024) AWB – 22 _ 1586 ECLI:NL:RBZWB:2024:278
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBZWB:2024:278
Samenvatting
X exploiteert een bedrijfspand. Hij heeft in de voortuin van zijn woning, die naast het bedrijf is gelegen, een bord geplaatst dat aangeeft dat de ingang van het bedrijf om de hoek is. Aan X is een aanslag reclamebelasting opgelegd voor het jaar 2021.
Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de aanslag reclamebelasting terecht is opgelegd. Dat het bord er al 23 jaar staat en zonder vergunning kon worden geplaatst doet daaraan niet af. Dat X niet op de hoogte was van de reclamebelasting en dat hij geen kans heeft gekregen het bord te verwijderen of een kleiner bord neer te zetten is niet relevant. De verordening is op de volgens de wet voorgeschreven wijze bekend gemaakt in het Gemeenteblad. Op de heffingsambtenaar rust niet de verplichting belastingplichtigen op een andere wijze op de hoogte te stellen van de verordening.
Opmerking
Een gemeentebelasting als de reclamebelasting is niet iets waar je bij stil staat. Maar als er toch een procedure erover gevoerd wordt dan is het interessant er nader op in te zoomen. Want wat is de reikwijdte van een dergelijke belasting? In de procedure gaat het om de reclamebelasting in Roosendaal, maar het kan in elke gemeente voorkomen. En iedere inwoner raken.
https://ondernemersplein.kvk.nl/reclamebelasting/
Kennelijk na 23 jaar wordt een ondernemer aangeslagen voor het jaar 2021 voor de reclamebelasting. Het belastbare feit was de openbare aankondiging op het bord in de voortuin, die doorverwijst naar de ingang van zijn inpandige bedrijfspand. Van de openbare weg af te zien. In dat gebied (gewaarmerkte kaart) wordt een directe belasting als de reclamebelasting geheven. Volgens belpl is het bord in de tuin geplaatst nadat uit overleg met de gemeente is gebleken dat hiervoor geen vergunning nodig was. Volgens de rechter is een vergunning geen voorwaarde voor het opleggen van de aanslag reclamebelasting. Ook is het vergunningsvrij kunnen plaatsen van het bord niet genoemd in de verordening, waarin is bepaald wanneer vrijstelling van reclamebelasting kan worden verleend. De verordening is op de volgens de wet voorgeschreven wijze bekend gemaakt in het Gemeenteblad. Op de heffingsambtenaar rust niet de verplichting belastingplichtigen op een andere wijze op de hoogte te stellen van de Verordening. Jammer voor de ondernemer, maar de aanslag is terecht.
Kijk, dat is nu jammer van deze rechter, die niet verder heeft meegedacht met belpl. Mogelijk, dat belpl bedoeld heeft, dat de gemeente 23 jaar geleden een vertrouwen heeft gewekt, dat er geen aanslag zal worden opgelegd zolang de omstandigheden niet wijzigen. Mogelijk, dat belpl niet de waarheid vertlet. Maar daar had de rechter toch een overweging aan moeten wijden. In dit tijdsgewricht van de menselijke maat en evenredigheid zou het goed hebben gepast.
Wat nu een “openbare aankondiging” is, wordt niet in de reglementen genoemd. Met uitzondering van de met name genoemde vrijstellingen (zoals algemeen belang, overheid, bouwplaats, oppervlakte etc) lijkt dit een zeer breed begrip. Wat te denken van een kleurrijke ooievaar in de voortuin, die de pasgeboren Bas breeduit aan de snavel draagt? Of Abraham en Saar die de wacht houden in uw versierde voortuin?
Dus mogelijk zijn de gemeenten wakker geworden en kunnen zij uw feestje onaangenaam verrassen met een kleurrijke envelop in de brievenbus.
Ricky Turpijn