Citaat Peter Drucker: “De echt belangrijke dingen worden gezegd tijdens cocktails en worden nooit gedaan.”

Taxlive 10/1/24 VNVandaag 9/1/24
Bron: Gerechtshof Amsterdam 12-12-2023 (publicatie 02-01-2024) 23/89 ECLI:NL:GHAMS:2023:3468

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHAMS:2023:3468

X is in 2018 voltijd in dienstbetrekking werkzaam. Daarnaast houdt X zich bezig met de ontwikkeling van alcoholvrije cocktails. In haar aangifte IB/PVV 2018 geeft X een verlies uit onderneming aan van bijna € 60.000. De inspecteur is van mening dat geen sprake is van een bron van inkomen omdat redelijkerwijs niet kon worden verwacht dat deze activiteiten positieve voordelen zouden opleveren en wijkt af van de aangifte. De rechtbank oordeelt dat de inspecteur bij het vaststellen van de aanslag het verlies terecht niet in aanmerking heeft genomen. In hoger beroep is in geschil of de activiteiten van X met betrekking tot de mocktails die onder andere bestaan uit het ontwikkelen en vermarkten van die alcoholvrije drankjes, een bron van inkomen vormen.

Hof Amsterdam oordeelt dat X in hoger beroep aannemelijk heeft gemaakt dat redelijkerwijs voordeel was te verwachten met de ontwikkeling van alcoholvrije cocktails. Het was immers niet alleen de subjectieve verwachting van X, er waren ook voldoende anderen die in deze ontwikkeling perspectief zagen. Zelfs in die mate dat zij financieel hebben bijgedragen aan de activiteiten en tot een verdere samenwerking wilden komen. De omstandigheid dat X als start-up in de aanloopfase van 2018 en 2019 nog geen positieve resultaten kon laten zien, maakt niet dat geen sprake kan zijn van redelijkerwijs in de toekomst te verwachten voordelen. Er is sprake van een bron van inkomen. X’ hoger beroep is gegrond.

Vaak genoeg vraag ik mij af wat nu het nut is van de tweede feitelijk instantie, omdat veelal de feiten bij het hoger beroep niet significant afwijken van de het primaire beroep. Maar nog veel meer vraag ik mij af of de inspecteur toch niet het beroep had kunnen voorkomen door in bezwaar op basis van de voorgelegde feiten een betere beslissing te nemen. Dit is namelijk een terugkomende vraag in de leercirkel van de inspecteur. Soms ligt het ook aan de inspecteur. Maar vaak genoeg is het zo, dat belastingplichtige vanaf de eerste vraag van de inspecteur bij de behandeling van de aangifte t/m het hogerberoep gaandeweg met meer informatie komt, waardoor de beslissing in de voorgaande fase wordt achterhaald. Vooral als het om de bronvraag gaat: is er een onderneming of niet? Daar gaat het in onderstaande procedure over IB 2018 om. Naast haar volledige baan als ambtenaar trekt belanghebbende de stoute schoenen aan om een bijzondere cocktail, de Be-Mocktail, vanaf 2016 te ontwikkelen en deze in de markt te zetten. Dit zijn alcoholvrije cocktails, bereid uit frisdranken, vruchtensappen, fruit, siropen en andere alcoholvrije ingrediënten. Corona in 2020 was de spelbreker en in de loop van 2021 zij haar activiteiten gestaakt. Volgens haar een onderneming, volgens de inspecteur gesteund door de rechtbank geen bron vanwege de reeks verliesjaren vanaf 2016. Dus het verlies is niet aftrekbaar. Belanghebbende legt het voor aan de appelrechter. Het Hof onderschrijft het juridische kader omschreven door de rechtbank en formuleert het zo, dat activiteiten die winstpotentie hebben, ook al wordt er vooralsnog verlies geleden, behoren tot het fiscale inkomensbegrip. Objectief gezien is dan een winst te verwachten. En dan is er een bron: winst uit onderneming. Maar nu komt belanghebbende op de zitting met een veel uitgebreider verhaal en brengt zij meer stukken mee dan bij de rechtbank. Met name zijn het businessplan en het marktonderzoek pas op de zitting van het Hof – niet eens in het hogerberoepschrift zelf – overgelegd. Het Hof komt daarom tot een andere afweging dan de rechtbank: aftrekbaar verlies uit onderneming. Het gaat dus om de juiste feiten.

Als de stukken al bij de Rb – of nog beter bij de inspecteur bij bezwaar – bekend waren geweest dan waren de dure procedures bij de Rb én het Hof waarschijnlijk niet nodig geweest. De inspecteur had waarschijnlijk het voordeel van de twijfel of er een objectieve winstverwachting was aan belanghebbende gegeven. Ik heb dit vele malen aan de hand gehad bij de vraag of een stichting een onderneming dreef. De bronvraag in de IB verschilt, maar komt uiteindelijk wel op hetzelfde neer (winststreven). In dit tijdperk van startups – zoals de Be-Mocktail – zal de bronvraag vaak spelen. Het zal niet verbazen, dat als er een positief resultaat was geweest, belanghebbende juist zou hebben gepleit voor afwezigheid van een bron. Het toppunt van maatwerk door de inspecteur.

Voordat Mark Zuckerberg de eerste winst kon laten zien waren er al vele flinke verliesjaren aan voorafgegaan.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *