Citaat Emanuel Wertheimer: “Der schmerzlichste Verlust ist ein entgangener Gewinn”
Taxlive 9/2/24 VNVandaag 8/2/24
Samenvatting
In de voorgelegde casus heeft X bv aan Y bv binnen de FE twee panden overgedragen. Op het moment van overdracht is de waarde economisch verkeer (WEV) van beide panden hoger dan de fiscale boekwaarde. Binnen zes jaar wordt Y bv ontvoegd. Op het moment van ontvoeging is de WEV van pand A nog hoger dan de fiscale boekwaarde. Hierdoor dient voorafgaand aan het ontvoegingstijdstip een boekwinst te worden genomen op grond van art. 15ai Wet VPB 1969. De WEV van pand B is inmiddels lager dan de fiscale boekwaarde. Er heeft geen afwaardering plaatsgevonden naar lagere bedrijfswaarde.
In de parlementaire geschiedenis van art. 15ai Wet VPB 1969 is niet beschreven wat de gevolgen zijn als op het ontvoegingstijdstip sprake is van een negatieve stille reserve. Doordat de wetgever om doelmatigheidsredenen heeft gekozen voor herwaardering op het ontvoegingstijdstip is de conclusie dat art. 15ai Wet VPB 1969 van toepassing is op zowel een positieve als negatieve stille reserve.
Opmerking
Art 15ai Vpb is een antimisbruikbepaling. Hoewel de overkill in de regeling is weggenomen, hoeft een dergelijke bepaling niet evenwichtig te zijn. Het siert de kennisgroep, dat zij die insteek kiest. Maar het is onterecht. Art 15ai Vpb voorkomt, dat een positieve stille reserve van een vermogensbestanddeel na overdracht binnen de FE (fiscale eenheid) na de ontvoeging binnen een bepaalde termijn onbelast wordt genoten. Die reserve is het verschil tussen de WEV (waarde economisch verkeer) en de boekwaarde ten tijde van de overdracht. Dus de band met een winst (niet verlies) op overdrachtsmoment is het uitgangspunt van art 15ai Vpb. Uit doelmatigheid heeft de wetgever die positieve stille reserve berekend door de WEV op het ontvoegingsmoment te hanteren. Maar de bepaling zou volgens de kennisgroep ook van toepassing zijn in de situatie, dat op het moment van overdracht van het vermogensbestanddeel sprake is van een positieve stille reserve, maar onmiddellijk voorafgaand aan het moment van ontvoeging van de overnemer of overdrager sprake is van een negatieve stille reserve. Op grond van diezelfde doelmatigheid. Maar dan wordt de band met een winst ten tijde van de overdracht losgelaten. Dat lijkt mij in strijd met tekst én strekking van art 15ai Vpb. Belanghebbende lijkt er wel bij te varen bij deze ruime interpretatie van de kennisgroep. Maar ik vraag mij af of sowieso de doelmatigheid wordt gediend als zou blijken, dat de winst op het moment net voor ontvoeging vele malen hoger is dan de winst ten tijde van de overdracht. In een volatiele vastgoedmarkt niet ondenkbaar. Toch weer een overkill?
Ricky Turpijn