“Als je ergens niet bent, ben je óf te vroeg óf te laat” (Johan Cruijff).

Taxlive 29/7/25 VNVandaag 28/7/25
Bron: Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 15-07-2025 (publicatie 25-07-2025) 24/68 ECLI:NL:GHARL:2025:4338

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:GHARL:2025:4338

X ontvangt een aanslag IB/PVV 2016. Op 31 december 2021 stuurt X’ gemachtigde per post een bezwaarschrift tegen deze aanslag, met het verzoek om uitstel voor motivering. De inspecteur ontvangt deze brief op 6 januari 2022. Omdat het bezwaar buiten de wettelijke termijn is ontvangen, verklaart de inspecteur het bezwaar niet-ontvankelijk en merkt het tevens aan als verzoek om ambtshalve vermindering. De inspecteur wijst dit verzoek af, omdat het na de vijfjaarstermijn is ontvangen. X maakt bezwaar tegen deze afwijzing, maar de inspecteur handhaaft zijn standpunt. X stelt dat hij het verzoek tijdig heeft gepost en beroept zich op de gemitigeerde verzendtheorie. De inspecteur betwist dat het verzoek tijdig ter post is bezorgd. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond, waarna X hoger beroep instelt bij het hof. In hoger beroep is in geschil of voor de beoordeling van de tijdigheid van het verzoek om ambtshalve vermindering de datum van ontvangst van het verzoek door de Belastingdienst leidend is of dat “de gemitigeerde verzendtheorie” geldt.

Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur een verzoek om ambtshalve vermindering alleen hoeft te honoreren als het verzoek binnen vijf jaar na het betreffende belastingjaar is ontvangen. Het hof stelt vast dat de gemitigeerde verzendtheorie, zoals neergelegd in art. 6:9 Awb, niet van toepassing is op verzoeken om ambtshalve vermindering. X maakt bovendien niet aannemelijk dat hij het verzoek tijdig ter post heeft bezorgd. Ook een beroep op verschoonbare termijnoverschrijding slaagt niet, omdat X onvoldoende onderbouwt dat de late ontvangst niet aan hem is toe te rekenen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank. X’ hoger beroep is ongegrond.

Als je te laat bezwaar hebt gemaakt tegen een aanslag IB, omdat het bezwaarschrift niet binnen 6 weken nadat de aanslag bekend is gemaakt is ingediend of binnen die termijn wel ter post is bezorgd, maar niet in de zevende week door de inspecteur is ontvangen, dan behandelt de inspecteur het te laat ingediende bezwaar als een verzoek om een ambtshalve vermindering.

In art 6:9 AWB is de regeling voor het bezwaarschrift opgenomen, de zgn. gemitigeerde verzendtheorie. De ambtshalve regeling vloeit voort uit art 65 AWR. Dit artikel zelf zegt niets over de tijdigheid van het verzoek. Het Besluit fiscaal bestuursrecht (Bfb) geeft in $23 een nadere uitwerking van art 65 AWR en de verplichting aan de inspecteur om het niet ontvankelijk bezwaar als een verzoek om ambtshalve vermindering te behandelen. Het besluit formuleert niet wanneer een verzoek tijdig, is maar beschrijft het alsvolgt: “De termijn voor aanslagbelastingen vervalt door verloop van vijf jaar na het einde van het kalenderjaar waarop de belastingaanslag betrekking heeft”. In art 9.6 IB 2001 is voor IB aanslagen een regeling ambtshalve vermindering opgenomen, die nader bij ministeriële regeling in art 45aa URIB is uitgewerkt. Voor de vennootschapsbelasting geldt het Bfb onverkort.

De gemitigeerde verzendtheorie speelt zich niet vaak af omstreeks de 5 jaarstermijn zelf. Meestal is het te late bezwaarschrift ruim voor het einde van die termijn ingediend.

In onderstaande uitspraak van het Hof over het te late bezwaar tegen de aanslag IB 2016 speelde de 5 jaarstermijn wel een rol. Het Hof ziet geen ruimte voor toepassing van de gemitigeerde verzendtheorie bij een verzoek om ambtshalve vermindering. Dus het verzoek moet binnen de 5 jaar zijn ingediend bij én ontvangen door de inspecteur. En dat kon belastingplichtige niet aannemelijk maken.

Het blijft een rechtsvraag, die de hoogste rechter eigenlijk zou moeten beantwoorden. Interessant is het verschil tussen de IB en de Vpb: de IB kent een dwingende wettelijke regeling in art 45aa IB, de Vpb moet het doen met een besluit. Zou art 65 AWR die ruimte wel bieden voor de Vpb? Ik denk het niet gezien de gelijke tekst.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *