Citaat Rousseau: “Men moet streng zijn om rechtvaardig te wezen”

Taxlive 3/8/23 VNVandaag 2/8/23
Bron: Gerechtshof Den Haag 28-06-2023 (publicatie 31-07-2023) BK-22/00517 ECLI:NL:GHDHA:2023:1237

https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:GHDHA:2023:1237

Samenvatting

X is het niet eens met de door haar verschuldigde box 3-heffing. De rendementsgrondslag op 1 januari 2016 bedraagt € 118.552. Rechtbank Den Haag oordeelt dat er geen sprake is van een individuele en buitensporige last en dat de jurisprudentie die betrekking heeft op het jaar 2017 niet van toepassing is op het jaar 2016. X gaat in hoger beroep.

Hof Den Haag oordeelt, onder verwijzing naar de jurisprudentie van de Hoge Raad, dat voor het jaar 2016 geen rechtsherstel hoeft te worden geboden wegens strijd met art. 1 EP EVRM. Dit ondanks het feit dat het hof wel begrip heeft voor het standpunt van X. Ingrijpen is pas mogelijk vanaf het jaar 2017. Ook is er volgens het hof, de gehele financiële situatie van X in ogenschouw nemend, geen sprake van een individuele en buitensporige last. Daarbij stelt het hof vast dat de box 3-heffing € 1422 bedraagt en dat X niet alleen over spaartegoeden van € 135.000 beschikt, maar ook over onroerende zaken met een WOZ-waarde van in totaal € 565.000. Verder heeft X in 2013 nog een van box 3-heffing vrijgestelde vergoeding van € 580.000 ontvangen. Aangezien X verder ook nog inkomsten heeft genoten, maakt zij niet aannemelijk dat zij moet interen op haar vermogen. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.

Opmerking

Een niet zo bijzondere uitspraak. Maar wel bijzonder, omdat één van de rechters eerder in opspraak is geraakt vanwege haar poging de MH17 strafprocedure te beïnvloeden en daarvoor is berispt door de Hoge Raad. Daardoor was zij genoodzaakt de strafkamer te verlaten om haar carrière voort te zetten in de Belastingkamer. Het laatste bericht was, dat zij ontslag heeft genomen. Mogelijk is deze procedure haar zwanenzang in de belastingkamer geweest. Haar optreden had wel voor een risico kunnen zorgen, omdat zij een zweem van vooringenomenheid met zich meedraagt. Wraking had zo op de loer kunnen liggen, zeker nu het erop lijkt, dat zij ook nog de voorzitter van de meervoudige kamer is. Maar dat is meteen ook haar ‘redding’ nu zij niet als enige rechter het oordeel geeft in deze gevoelige zaak over Box3.

De rechters tonen begrip voor de grieven van belastingplichtige, maar zij – en de inspecteur – zijn met handen en voeten gebonden aan het Kerstarrest van 24/12/21 en de mei arresten 2022. Belastingplichtige vindt de heffing box 3 in haar geval in strijd zijn met art 1 van het Eerste Protocol bij het EVRM (EP EVRM), omdat zij in 2016 geen rente op haar spaarrekening(en) heeft ontvangen en geen belasting in box 3 verschuldigd is. De rechter kan niet eerder dan vanaf het jaar 2017 wegens strijdigheid met artikel 1 EP EVRM op stelselniveau ingrijpen in de belastingheffing over het box 3-inkomen en dat voor de jaren daarvóór slechts voor een dergelijk ingrijpen plaats is als de belastingplichtige geconfronteerd wordt met een individuele buitensporige last. Dat voor de box 3-heffing voor het jaar 2016 wegens strijd met artikel 1 EP EVRM op stelselniveau rechtsherstel moet worden geboden, wordt door het Hof afgewezen met verwijzing naar een reeks arresten over de jaren t/m 2016 vóór het Kerstarrest. Het Hof komt uiteindelijk tot de conclusie, dat voor belastingplichtige in 2016 geen sprake is van een individuele buitensporige belastinglast.

Tja, geen rente ontvangen, maar wel een heffing daarover. Dat doet pijn. Maar beroep in cassatie zal niet helpen nu de Hoge Raad duidelijk heeft bepaald, dat t/m 2016 een ander rechtsoordeel geldt dan vanaf 2017.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *