Citaat A. Schopenhauer: “Alle beperking maakt gelukkig”

Taxlive 22/11/22 VNVandaag 21/9/22
Bron: Rechtbank Noord-Holland 06-10-2022 (publicatie18-11-2022) HAA 20/408 ECLI:NL:RBNHO:2022:9509

https://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:RBNHO:2022:9509

Samenvatting

In verband met de overname van enkele vennootschappen die tezamen een portfolio van 460 telecommunicatiemasten houden, wordt belanghebbende, X bv, in 2011 opgericht door het in het buitenland gevestigde Y. In 2011 – 2012 vinden diverse transacties plaats in verband met deze overname, en om de vennootschappen in het concern op te nemen. De financiering, via twee leningen van in totaal € 85,4 mln, vindt plaats via Q LP, een private equity investeringsfonds. Eind 2015 vindt een herstructurering plaats waarbij de aandelen in X bv worden overgenomen door een dochtervennootschap van Y. In geschil is of de aftrek van rente ter hoogte van € 3,5 mln wordt beperkt door art. 10a Wet VPB 1969. X bv stelt zich op het standpunt dat in 2015 niet langer meer sprake is van een schuld die verband houdt met een rechtshandeling als bedoeld in art. 10a lid 1 onderdeel c Wet VPB 1969. Door de juridische afsplitsing voor verkoop, opname in FE en latere juridische fusie binnen FE houdt de schuld volgens X bv niet langer verband met de verwerving van de aandelen, maar met verworven activa en passiva.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt, onder verwijzing naar de jurisprudentie van de Hoge Raad, dat ook na voeging van de verworven deelnemingen in een fiscale eenheid met een verkrijger zoals X bv, de schuld verband blijft houden met de verwerving van die deelnemingen. Dat is ook het geval bij een juridische fusie binnen een fiscale eenheid: het verband tussen de schuld en de verwerving blijft bestaan. De rechtbank is verder van mening dat het omzetten van eigen vermogen op het niveau van Q LP in vreemd vermogen op het niveau van X bv in zodanige mate is ingegeven door fiscale motieven, namelijk renteaftrek bij X bv zonder compenserende heffing op het niveau van de (uiteindelijke) crediteur, dat sprake is van gekunsteld opgeroepen rentelasten. X bv slaagt niet in het tegenbewijs dat aan de onderhavige financiering in overwegende mate zakelijke overwegingen ten grondslag liggen. Het gelijk is aan de inspecteur.

Opmerking

Renteaftrekbeperkingen vennootschapsbelasting: back to the future.
Rechterlijke uitspraken worden vanwege de geheimhoudingsplicht altijd anoniem gepubliceerd. Maar soms zijn de bedrijven beursgenoteerd en zijn de genoemde feiten en omstandigheden eenvoudig via Google te herleiden tot de werkelijke spelers. Zo ook in onderstaande procedure, waar KPN in 2011 haar dochtervennootschappen met 460 zendmasten heeft verkocht aan een overnameholding van een Engels concern, die zich bezighoudt met de exploitatie van zendmasten.

https://www.arcusip.com/portfolio-news/shere-acquires-dutch-telecommunication-towers-portfolio/

De inspecteur Vpb heeft de aftrek van de rente op de schuld in de aangifte 2015 niet toegestaan, omdat de schuld in verband staat met de overname van de vennootschappen; ook na een reeks van afsplitsingen en opname in de fiscale eenheid van de overnameholding. De rente wordt namelijk in aftrek beperkt bij externe acquisities via een zgn. overname holding met geleend geld van verbonden vennootschappen (art 10a en art 15ad wet Vpb). Ook de hoogte van de rente is niet juist (art 8b wet Vpb) en er is sprake van fraus legis.

De overnameholding vindt, dat dat verband er niet meer is door al die rechtshandelingen bij de overname. En anders zijn er overwegend zakelijke argumenten daarvoor.

De rechtbank komt op basis van de jurisprudentie van de Hoge Raad tot het doorwrochte oordeel, dat dat verband tussen de overname en de lening nog steeds bestaat. Er is sprake is van gekunsteld opgeroepen rentelasten. De inspecteur krijgt gelijk alleen al op grond van art 10a wet Vpb. Maar ongetwijfeld zullen de wegen richting de appèlrechter en de Hoge Raad hierna bewandeld worden.

Voor de fiscalist vennootschapsbelasting is het fileren van deze fiscale vis door de rechtbank een toets of je alles over de renteaftrekbeperkingen nog wel op een rijtje hebt. Velen zijn de weg op dit leerstuk kwijt. De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen gesteld aan de Europese rechter. Professor Bouwman laat hierover zijn gedachten gaan in een opinie en zet de jurisprudentie van een jaar op een rij. Zijn conclusie: “ten minste een grondig onderzoek moet worden uitgevoerd naar de afschaffing van art. 10a Wet Vpb 1969 in geval van overnamerente bij externe acquisities. Er lijken voor de fiscus voldoende andere methoden beschikbaar te zijn om excessen op dit terrein te bestrijden.”

Dus we wachten maar af wat de toekomst brengt. Back to the future.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *