Citaat Bob Marley: “Get up, stand up: stand up for your rights! Get up, stand up: don’t give up the fight!”
Bron: Conclusie AG Wattel 01-09-2023 (publicatie 18-09-2023) 23/00653, 23/00654
https://uitspraken.rechtspraak.nl/#!/details?id=ECLI:NL:PHR:2023:655
Samenvatting
De Wet Rechtsherstel box 3, die met terugwerkende kracht over 2017-2022 de Wet Inkomstenbelasting in overeenstemming zou moeten brengen met het Box 3-arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, beantwoordt behalve bij spaarders niet aan zijn doel. Die wet schendt bij bezitters van ander vermogen dan spaargeld nog steeds het discriminatieverbod en het eigendomsrecht omdat nog steeds zeer verschillend renderende of negatief renderende beleggingen belast worden naar één uniform positief rendement. Ondergemiddeld fortuinlijke beleggers betalen daardoor nog steeds teveel belasting en bovengemiddeld fortuinlijke beleggers nog steeds te weinig. Een gemiddeldebelasting op vermogensinkomsten is juridisch een onbegaanbare weg omdat de werkelijke inkomsten van belastingplichtigen niet of onvoldoende worden benaderd. Dat adviseert advocaat-generaal (AG) Wattel de Hoge Raad in een conclusie die vandaag is gepubliceerd.
Opmerking
Nou, de AG Wattel heeft gesproken in de casus van het Hof, die uitspraak deed over de kwalificatie van de ledenbijdrage in de reserve van een VvE (vereniging van eigenaren). Voor de Herstelwet Box3 was het Hof van mening, dat deze bijdrage niet als overige bezittingen, maar als (lager belaste) bank/spaarrekening moet worden gekwalificeerd. De AG neemt de hele Herstelwet onder de loep en oordeelt, dat ondanks de betere benadering van het werkelijk rendement, het uitgaan van gemiddelde rendementen over verschillende vermogenscategorieën nog steeds een schending is van grondrechten van de burger. Wat moet gebeuren is het totale vermogen als uitgangspunt te nemen. Anders dan het standpunt van de staatssecretaris, die een ruime beoordelingsvrijheid ziet in het Kerstarrest om rechtsherstel via de Herstelwet te bieden. Het werkelijk behaalde rendement hierop moet worden vergeleken met het wettelijk rendement. Het verschil moet dan worden beoordeeld of rechtsherstel moet worden gegeven (buiten een nog nader te bepalen tolerantiemarge). Het Hof had zich in casu niet mogen beperken tot de kwalificatie van de VvE bijdrage voor het rechtsherstel. Immers, in de parlementaire historie wordt de VvE bijdrage als overige bezittingen aangemerkt. Maar bovendien is dit geen grondrechtelijke kwestie: het verschil in kwalificatie levert slechts een verschil van heffing van 170 euro. Vergeleken met het totale vermogen kan dit niet als schending van grondrechten worden gezien.
De HR gaat er 6 maanden over doen om zich wel of niet te laten overtuigen door de AG. Met name zal daar de ruime beoordelingsvrijheid van de wetgever centraal moeten staan.
Ricky Turpijn