
“Kleur heb je nooit zelf, kleur krijg je door anderen” (Arthur Japin)
Taxlive 23/6/25 VNVandaag 20/6/25
Bron: Raad van State 18-06-2025 202300561/1/A3 ECLI:NL:RVS:2025:2720
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RVS:2025:2720
Samenvatting
X heeft een buitenlandse achternaam en zijn persoonsgegevens staan in de applicatie Fraude Signalering Voorziening (FSV) van de Belastingdienst. Het gebruik daarvan heeft geduurd van 2012 tot eind februari 2020. Het betreft in totaal circa 290.000 natuurlijke personen. De voorloper van de FSV was het Dagboek Persoonsgericht Intensief Toezicht (Dagboek PIT). Dagboek PIT was een registratiesysteem dat door de Belastingdienst werd gebruikt voor het registreren van fraudesignalen. In 2012 is Dagboek PIT vervangen door de FSV. Alle gegevens uit Dagboek PIT zijn toen één op één overgenomen in de FSV. X heeft op 26 augustus 2021 inzage gekregen in zijn gegevens. X wil weten voor welke doeleinden zijn gegevens zijn verwerkt, aan wie die gegevens zijn verstrekt en om welke reden, of bij die verstrekking passende waarborgen zijn getroffen, en wat de herkomst is van de gegevens. Ook is verzocht om uitsluitsel te geven of gebruik is gemaakt van geautomatiseerde besluitvorming of profilering. Volgens de Minister van Financiën vloeit de registratie van X voort uit het Dagboek PIT en is de reden van de registratie vermoedelijk zijn IB-aangifte over 2004, waarvan een aantal aftrekposten zijn gecorrigeerd. Er zouden geen aanwijzingen zijn van etnische profilering en later wordt nog onderzocht aan wie gegevens zijn verstrekt. De voorlopige conclusie van de Minister is dat de gegevens van X alleen zijn gedeeld binnen de Belastingdienst. Volgens Rechtbank Rotterdam is niet gebleken dat de reactie van de Minister onjuistheden bevat of dat anderszins niet naar behoren is gereageerd op het verzoek van X. Er is voorts niet gebleken dat X geen inzage heeft gekregen in informatie die wel beschikbaar is. X stelt in hoger beroep dat de Minister moet erkennen dat de registratie voortvloeit uit etnische profilering, omdat hij nimmer heeft gefraudeerd en hij in de periode 2004 tot en met 2008 ieder jaar door de Belastingdienst is gecontroleerd. Volgens X zijn de gegevens gedeeld met andere overheidsinstanties, gelet op de wijze waarop hij door die instanties is behandeld.
De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State oordeelt dat de Minister volledig aan het inzageverzoek van X heeft voldaan. Er is een volledig overzicht verstrekt van alle in de FSV verwerkte gegevens, er is niet gebleken dat de reactie van de Minister onjuistheden bevat, of dat X geen inzage heeft gekregen in informatie die wel beschikbaar is. Dat laatste geldt in het bijzonder voor de reden waarom X is geregistreerd. Die reden is niet met zekerheid vast te stellen, omdat dit niet werd bijgehouden. Gelet op wat X aanvoert, kan echter niet worden uitgesloten dat zijn etniciteit of achternaam toch een rol heeft gespeeld bij de registratie. Hoe onbevredigend dat voor X ook is, daarvoor is in deze procedure geen oplossing te geven. De Minister hoeft geen verder onderzoek te doen naar de reden van de registratie. De rechtmatigheid van de verwerking van de persoonsgegevens kan later alsnog in het kader van een eventueel verzoek om een schadevergoeding aan de orde komen. De vraag met welke andere instanties de gegevens zijn gedeeld, kan ook later aan de orde komen.
Opmerking
Hoewel art 1 van de Grondwet al van 1848 dateert, heeft dat bij de werkopvatting van vele inspecteurs niet altijd goed op het netvlies gestaan. Belastingheffing is een gedragswetenschap gekoppeld aan mensbeelden. Die mensbeelden werden (en worden nog steeds) door onderlinge uitwisseling van ervaringen over fiscale risico’s gevormd. Maar het kan en mag niet zo zijn, dat afkomst en nationaliteit op zichzelf een fiscaal risico zijn.
Laten we eerst maar positief beginnen. Rechtbank en de Raad van State hebben vastgesteld, dat het geen zin heeft de minister een nader onderzoek te laten doen naar de gegevensverwerking van verzoeker, omdat beide magistraten ervan overtuigd zijn, dat alle gegevens ex art 15 AVG die in het verzoek worden opgevraagd zijn overgelegd. Er is niets te vinden over de reden waarom verzoeker in de Fraude Signalering Voorziening (FSV) is opgenomen. Ook het vermoeden van de minister, dat het aan de correcties in de aangifte IB 2004 moet hebben gelegen is niet met zekerheid vast te stellen.
Ergens moet je een grens trekken als rechter en het vertrouwen geven aan de minister. Anders zou de rechter zelf een onderzoek in de systemen van de Belastingdienst moeten doen. Dat stuit op praktische bezwaren.
Maar dan komen we aansluitend bij het negatieve punt. Het vertrouwen in de belastingadministratie bij verzoeker is natuurlijk volstrekt afwezig. Vooral als duidelijk wordt uit de onderzoeksrapporten van PWC, dat zoekinstructies (queries) wel degelijk – hoewel geen beleid en bij uitzondering – ook waren gebaseerd op persoonskernmerken, zoals afkomst en nationaliteit. Eén en één is twee: dan moet de buitenlandse achternaam volgens verzoeker een rol hebben gespeeld.
De rechters voelen met verzoeker mee, dat het “onverteerbaar” is dat deze mogelijkheid niet is uit te sluiten. Maar hoe “onbevredigend” dat ook is, daarvoor is in deze procedure “geen oplossing te geven”.
Voor degenen die meer over de achtergrond van de FSV willen weten is punt 2 Inleiding Algemene aspecten van de FSV interessant. Zelf was ik daar niet eerder van op de hoogte.
“De voorloper van de FSV was het Dagboek Persoonsgericht Intensief Toezicht (hierna: Dagboek PIT). Dagboek PIT was een registratiesysteem dat in de loop der jaren bij verschillende onderdelen van de Belastingdienst was ontwikkeld voor de registratie van fraudesignalen. In 2012 werd Dagboek PIT vervangen door de FSV. Volgens de toelichting van de minister zijn alle gegevens uit Dagboek PIT één op één overgenomen in de FSV.”
Ricky Turpijn