Citaat Wiet van Broeckhoven: “Musea hebben wel degelijk nut. Waar zouden we anders die oude rommel moeten bewaren?”

https://kennisgroepen.belastingdienst.nl/publicaties/kg211202417-het-begrip-instelling-in-anbi

Nou denk je, dat alles wel over de Algemeen Nut Beogende Instelling (ANBI) is gezegd. Zoals wat moet worden verstaan onder het begrip ‘instelling’ in het begrip ANBI? Kan een onderdeel van een lichaam zelfstandig kwalificeren als ‘instelling’ Aanleiding voor deze vraag is een casus waarbij een onderdeel van een lichaam (mogelijk) zelfstandig wil kwalificeren als ANBI daar waar het lichaam als zodanig niet kwalificeert als ANBI.

Nou, die vragen zijn nog niet eerder beantwoord en de kennisgroep doet een poging.

De kennisgroep komt na bestudering van de ontstaansgeschiedenis van diverse heffingswetten, dat de term ‘instelling’ niet is gedefinieerd. Wel is het voor de ANBI status wettelijk vereist, dat instellers/oprichters van die instelling niet over het vermogen van de instelling mogen beschikking als ware het hun eigen vermogen. Uit dit zogenaamde beschikkingsmachtcriterium leidt de kennisgroep af, dat “de instelling rechtspersoonlijkheid moet hebben” om te kunnen kwalificeren als ‘instelling’ voor de ANBI status.

Het beschikkingsmachtcriterium sluit de ANBI status uit voor “… een ander lichaam waarin bewijzen van deelgerechtigdheid kunnen worden uitgegeven”. Dan kan elk ander lichaam die geen bewijzen van deelgerechtigdheid uitgeeft denk ik wel een instelling voor de ANBI status zijn. Maar volgt daaruit, dat die instelling “rechtspersoonlijkheid moet hebben”? Dus in die zin, dat de instelling dezelfde rechten en plichten heeft als een natuurlijk persoon vul ik dan maar aan. Is er licht tussen een instelling met rechtspersoonlijkheid en een lichaam die geen bewijzen van

deelgerechtigdheid uitgeeft? Zo ja, dan is dus het hebben van rechtspersoonlijkheid geen voldoende eis; zo neen, dan is de eis van rechtspersoonlijkheid overbodig.

Een onderdeel van een lichaam kan niet voldoen aan de ANBI-vereisten. Met name kan niet worden voldaan aan het beschikkingsmachtcriterium. In die zin, dat de besluitvormende organen van het overkoepelende lichaam (blijven) beschikken over het vermogen van het gehele lichaam. Begrijpelijk, maar de slotzin, dat het afgescheiden vermogen beschikbaar blijft voor verhaal door schuldeisers van de entiteit en daardoor in strijd is het beschikkingsmachtcriterium, is niet juist. Ook een ANBI instelling kan in theorie schuldeisers hebben.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *