Citaat Aristoteles: “Men moet soms in het kleine onrecht doen om in het grote rechtvaardig te handelen.”
Taxlive 21/2/24 VNVandaag 20/2/24
Bron: Rechtbank Midden-Nederland 24-01-2024 (publicatie 06-02-2024) UTR 22/728 e.v. ECLI:NL:RBMNE:2024:221
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBMNE:2024:221
Samenvatting
De heffingsambtenaar geeft een WOZ-beschikking af aan X bv. De gemachtigde van X bv komt in beroep met een standaard beroepschrift. Na het verweerschrift van de heffingsambtenaar verzoekt de rechtbank nadrukkelijk aan de gemachtigde om de beroepsgronden voor de specifieke onroerende zaken aan te leveren. De gemachtigde van X bv reageert hierop met een standaard geformuleerde brief.
Rechtbank Midden-Nederland laat de ingebrachte stukken buiten beschouwing omdat die niet over de onroerende zaken in de procedure gaan. De gemachtigde brengt tijdens de zitting de beroepsgronden in. De gemachtigde is verschillende malen gewaarschuwd dat het op de zitting aanvoeren van beroepsgronden in strijd is met de goede procesorde. De beroepsgronden worden daarom ook buiten beschouwing gelaten. Bij het ontbreken van beroepsgronden blijft de waardering van de heffingsambtenaar zonder nadere motivering overeind. De redelijke behandeltermijn wordt met één jaar verlengd vanwege de handelingswijze van de gemachtigde. Het verzoek om een immateriëleschadevergoeding wordt afgewezen. Ook wordt aan X bv de uitspraak gestuurd om haar op de hoogte te stellen. Het beroep van X bv is ongegrond.
Opmerking
Deze procedure over een WOZ beschikking 2021 is één van de vele honderden procedures gevoerd door deze bij de Rechtbank bekende gemachtigde namens belanghebbenden. De naam van gemachtigde is in de uitspraak vermeld, maar het lijkt niet verstandig die hier nog eens te noemen. De procedures kenmerken zich door een warrig en onsamenhangend geheel van (standaard)correspondentie – zoals de “pinpointbrief” – over alles behalve de inhoud van de zaak zelf gaat, de WOZ beschikking. In andere niet WOZ procedures wordt dezelfde standaardcorrespondentie gebruikt. De Rb heeft als een soort van ‘naming and shaming’ de correspondentie integraal opgenomen. Gemachtigde is ook buiten de procedures op zijn procedeergedrag aangesproken, maar ondanks belofte is geen verbetering te zien. Hierdoor traineert gemachtigde het proces en leidt dit in deze procedure tot een behandeltermijn vanaf bezwaarschrift tot uitspraak Rb van 3 jaar. Een overschrijding van de redelijke termijn van 2 jaar, waarvoor gemachtigde een immateriële schadevergoeding vraagt. Hoewel de rechtbank het niet noemt is dit waar gemachtigde om bekend staat: zijn verdienmodel. De rechtbank gaat uit van een verlengde termijn van 3 jaar door de omstandigheden, waarin gemachtigde verkeert (door mij vrij vertaald als eigen schuld, dikke bult). De redelijke termijn is dus niet overschreden en het verzoek om schadevergoeding wordt afgewezen. Gemachtigde is niet geweigerd, omdat volgens de Rb de drempel om te procederen in een WOZ geschil heel laag is. Maar het – ondanks de eerder geboden gelegenheid – pas op de (digitale) zitting willen motiveren is in strijd met de goede procesorde, omdat de onderwerpen die de gemachtigde op de zitting wilde bespreken niet al in zijn beroepschrift of pinpointbrief staan en dus geen nadere onderbouwing daarvan zijn. Een goede voorbereiding wordt belemmerd. Het is, dat deze gemachtigde een kwalijke historie heeft, maar een gemachtigde weigeren een toelichting te geven op de zitting zal in de regel niet zorgvuldig zijn. De WOZ waarden zijn aannemelijk en inhoudelijke beroepsgronden ontbreken. De Rb vermoedt, dat belangh niet op de hoogte is van het procedeergedrag van gemachtigde en de uitspraak wordt ook naar belanghebbende zelf gestuurd. Op naar het hoger beroep, waar gemachtigde ongetwijfeld een nieuwe kans waagt.
Het personeelstekort bij de gemeentelijke belastingdienst zal niet veel afwijken van dat bij de rijksbelastingdienst én de rechterlijke macht. Maar daarom kan de overheid dit soort zaken er niet bij hebben. Misschien is het een idee, dat adviseurs ook een tijdje bij een belastingdienst werken om én het personeelstekort bij de dienst af te vangen én corrigerend op te treden bij ontspoorde vakbroeders.
Ricky Turpijn
