
“Drugs zijn niet verslavend. Ik kan het weten want ik gebruik ze al jaren” (Wiet van Broeckhoven)
Taxlive 8/12/25 VNVandaag 5/12/25
Bron:Rechtbank Den Haag 27-08-2025 (publicatie 04-12-2025) 24_4853 24_4854 24_4855ea ECLI:NL:RBDHA:2025:16052
https://www.taxlive.nl/nl/documenten/vn-vandaag/crimineel-verzwijgt-illegale-inkomsten
Samenvatting
X is tot april 2016 in loondienst. In september 2014 start een strafrechtelijk onderzoek, waaruit volgt dat zijn loon over 2014, 2015 en 2016 ontoereikend is om zijn contante uitgaven te verklaren. X beschikt over een huurappartement in Spanje en heeft diverse personenauto’s op zijn naam staan. X blijkt in Blackberry-telefoons en kiloblokken cocaïne te hebben gehandeld en voor dit laatste is hij inmiddels strafrechtelijk veroordeeld. In geschil zijn de aanslagen IB/PVV over 2014, 2015 en 2016.
Rechtbank Den Haag oordeelt dat X voor 2014 en 2015 niet de vereiste aangiften heeft gedaan, zodat de bewijslast wordt omgekeerd en verzwaard. De inspecteur baseert zich op een door de politie opgesteld proces-verbaal waaraan hij de uitgaven ontleent die X moet hebben gedaan. De schatting van het inkomen is redelijk. Voor 2016 maakt de inspecteur het door hem gestelde inkomen niet aannemelijk. Het inkomen van 2016 wordt verlaagd tot € 30.750, zijnde de inkomsten die X volgens de strafzaak uit de handel in cocaïne heeft genoten. De beroepen ten aanzien van 2016 zijn gegrond.
Opmerking
De altijd interessante bewijslastverdeling bij correctie van de inkomsten uit drugshandel in de aangifte IB. In dit geval de aangifte IB 2014 t/m 2016. Vooral als belanghebbende verklaart, “dat hij zich niet ervan bewust was dat het voordeel uit de handel in cocaïne een belastbare bate vormt”. De Rechtbank schuift dat – terecht – opzij als “ongeloofwaardig”. Niet dat dat verder een rol speelde nu de inspecteur de informatie uit het politierapport in de strafzaak gebruikte om het niet genoten inkomen samen te stellen.
De inspecteur neemt de uitgaven van belanghebbende als uitgangspunt en constateert een negatieve kas: het inkomen verdiend bij zijn werkgever is bij lange na niet voldoende om de uitgaven te financieren. Dat financiële gat heeft de inspecteur als redelijke schatting voor de rechter aanvaardbaar aangevuld als genoten inkomen uit drugshandel met de omkering en verzwaring van de bewijslast op de achtergrond, omdat de vereiste aangifte niet is gedaan. Dat kan als er inhoudelijke gebreken zijn in een aangifte. Maar dat moet de inspecteur vaststellen aan de hand van de normale regels van stelplicht en bewijslast (belasting verhoudingsgewijs aanzienlijk lager dan werkelijk verschuldigd/niet geheven bedrag op zich zelf beschouwd aanzienlijk).
Voor de jaren 2014 en 2015 is de bewijslast terecht omgekeerd en verzwaard en de aanslag terecht gehandhaafd, ook omdat belanghebbende er verder niets tegen in brengt. De omkering en verzwaring van de bewijslast gaat niet op voor 2016. Belanghebbende is nl niet uitgenodigd tot het doen van aangifte. Opmerkelijk is, dat de rechter dit overweegt, terwijl de inspecteur daar geen punt van maakt.
Anders dan over de voorgaande twee jaren heeft de inspecteur niet alleen de uitgaven als uitgangspunt genomen, maar ook alle contanten en de waarde van de zaken die bij belanghebbende zijn aangetroffen en heeft die tot het inkomen van 2016 gerekend. De rechter vindt, dat er geen basis is voor de veronderstelling, dat belanghebbende die contanten en zaken in 2016 en niet eerder heeft verworven. De inspecteur heeft dan niet het door hem gestelde inkomen aannemelijk gemaakt.
Maar heeft belanghebbende de inspecteur op dit punt weersproken of heeft de rechter onterecht zelfstandig ingegrepen? NB: met omkering zou het de inspecteur waarschijnlijk wel zijn gelukt.
De rechter gaat uit van wat in 2016 in de strafzaak wel bewezen is verklaard, nl. de verkoop van 41 kg cocaïne en vermindert de aanslag.
De cocaïnehandelaar knijpt in z’n handjes met dit oordeel. Maar de inspecteur moet voor hoger beroep nog even goed nadenken hoe hij de gevonden voorwerpen alsnog als inkomen kan linken aan het jaar 2016.
Ricky Turpijn
