
“Als je verstand van voetbal had zou jij hier zitten” (Johan Cruijff)
Taxlive 14/5/25 VNVandaag 13/5/25
Samenvatting
Een in Nederland gevestigde BV keert een dividend uit aan X Ltd. X Ltd is gevestigd in een staat waarmee Nederland een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten. De BV maakt het dividend over naar een bankrekening die X Ltd aanhoudt bij een bank buiten de staat waar X Ltd gevestigd is. Het dividend wordt dus niet daadwerkelijk naar het territoir van de vestigingsstaat van X Ltd overgemaakt en als gevolg daarvan niet in de vestigingsstaat van X Ltd aan de belastingheffing onderworpen. Het toepasselijke belastingverdrag bevat een regeling voor dividenden als bedoeld in art. 4 lid 2 onderdeel a onder 2° Wet DB 1965. Uit de zogenoemde remittance base bepaling volgt echter dat voor de toepassing van het verdrag voor de dividenduitkering geen recht bestaat op een vermindering van belasting. Omdat aan alle overige eisen voor de toepassing van de vrijstelling van art. 4 lid 2 Wet DB 1965 is voldaan, is de inhoudingsvrijstelling toch van toepassing.
Opmerking
Dat is wel een heel aardige geste van de kennisgroep om de inhoudingsvrijstelling toe te kennen voor dividenden richting een derde (niet EU land), hoewel het een vereiste is dat met dat derde land een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting bestaat, waarin een regeling voor dividenden opgenomen is. De kennisgroep interpreteert de verplichte opname van een regeling niet als een belemmering, omdat niet de eis wordt gesteld dat voor het dividend recht bestaat op verdragsvoordelen. Immers, volgens de kennisgroep kan een verdragsvoordeel in deze situaties niet altijd geldend gemaakt worden, omdat bijvoorbeeld niet wordt voldaan aan het bezitspercentage voor deelnemingsdividenden, de vereisten in een ‘limitation on benefits’ bepaling of een remittance base bepaling.
Heel coulant en als een volleerd adviseur opgesteld, maar in de door de kennisgroep meegegeven stukken staat: “een ongelimiteerde doorstroom van vrijgestelde dividenden staat haaks op het gevoerde beleid” (Kamerstukken II 2017/18, 34 788, nr. 3, p. 4-5). Blijft toch het knagend gevoel waarom het overigens voldoen aan de voorwaarden van art 4, lid 2 Divbel van deze beperking een dode letter maakt.
Maar ja, ik heb ook geen verstand van verzekeringen.
Ricky Turpijn