Citaat Micius: “Weten, dat is verband kunnen leggen.”. Zie mijn website jurisprudentiemeteenglimlach

Taxlive 9/1/25 VNVandaag 8/1/25
Bron: Rechtbank Gelderland 11-12-2024 (publicatie 02-01-2025) 431391 ECLI:NL:RBGEL:2024:8528

https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:RBGEL:2024:8528

X exploiteert een akkerbouwbedrijf. Zijn administratie is uitbesteed aan Flynth adviseurs en accountants BV. Bij het opstellen van de BTW-aangifte voor het eerste kwartaal van 2019 is door Flynth de omzet niet goed verwerkt. De omzet is hierdoor € 186.686 in de plaats van € 495.837. De fout is later niet rechtgetrokken door middel van een wettelijk voorgeschreven suppletie, maar is door Flynth – zonder X daarvan op de hoogte te stellen – bijgeteld in de aangifte over het volgende kwartaal. Na de uitbraak van de coronapandemie krijgt X geen Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL). Op basis van zijn BTW-aangiften van het eerste kwartaal uit 2019 en 2021 is namelijk sprake van een omzetverlies van minder dan 30%. In deze civiele procedure is in geschil of X Flynth terecht aansprakelijk stelt voor de misgelopen subsidie en de buitengerechtelijke kosten.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat Flynth door de beroepsfout haar zorgplicht heeft geschonden en dat X zonder de fout tijdig een aanvraag voor de TVL-subsidie had gedaan en deze had gekregen. De schade kan echter niet aan Flynth worden toegerekend, omdat de coronapandemie en de subsidievoorwaarde destijds niet te voorzien waren. Uit HR 24 december 2021, ECLI:NL:HR:2021:1974 (prejudiciële vragen over huur van bedrijfsruimte) volgt evenmin dat de schade in dat geval tussen partijen moet worden verdeeld. Gelet op het feit dat beide partijen deels in het ongelijk worden gesteld, moet iedere partij zijn eigen kosten dragen.

Als belastingadviseur heb je het vertrouwen van je cliënt, zeker in de agrarische sector en sta je op goede voet met elkaar. Als die klik er niet meer is, dan is het beter afscheid van elkaar te nemen. Een nieuwe adviseur neemt het over. Het wordt vervelend, als de nieuwe adviseur ontdekt dat je in het verleden een grove fout hebt gemaakt, die financiële gevolgen heeft voor het heden. Dan kan je verweten worden, dat je als adviseur je zorgplicht richting cliënt hebt verzaakt. En als je dat ontkent, in no-time een civielrechtelijke schadeclaim op de mat hebt liggen met een mogelijke procedure bij de Rechtbank tot gevolg. Een beetje adviseur is hiervoor verzekerd. Maar dan moet eerst duidelijk zijn, dat er een fout is en dat er schade is, die toerekenbaar is aan die fout (art 6:98 BW). Dit speelt in onderstaande procedure over een gemiste Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) in coronatijd. Weer eens wat anders dan een geschil met de inspecteur.

Adviseur Flynth (in civiele zaken zijn partijen niet anoniem) heeft als cliënt een akkerbouwer. Zij maakt een fout door de omzet te laag in de aangifte OB van het 1e kwartaal 2019 op te nemen. Dat corrigeert zij in de aangifte van het 2e kwartaal met een hogere omzet. Niet comme-il-faut, omdat normaal is, dat dan een suppletie OB voor het 1e kwartaal wordt ingediend. Flynth meldt dat niet aan haar cliënt. Overigens wordt voor het hele jaar wel de juiste OB aangegeven. In 2021 heeft de cliënt een andere adviseur en die constateert in juli van dat jaar, de fout die Flynth heeft gemaakt. Het is dan coronatijd en de overheid steunt bedrijven met de TVL. Alleen als de omzet in het 1e kwartaal 2021 meer dan 30% lager ligt dan in het 1e kwartaal 2019 dan krijgt de akkerbouwer steun. Door de fout van Flynth wordt die 30% niet gehaald. Daarbij wordt het nader verzoek te laat ingediend. Wel wordt voor de resterende kwartalen op tijd steun gevraagd en verleend.

De zaak komt voor de rechter. Die oordeelt, dat Flynth een fout heeft gemaakt en niet aan haar zorgplicht heeft voldaan. Als de fout niet was gemaakt dan wel een suppletie was ingediend, eiser tijdig een aanvraag voor een TVL-subsidie had gedaan en deze had verkregen.

Klaar is Kees zou je zeggen. Flynth moet de gemiste TVL betalen als schadevergoeding. De Rb gaat er nog eens goed voor zitten en bestudeert of ogv art 6:98 BW er een causaal verband is tussen het schenden van de zorgplicht door Flynth en de schade door het niet tijdig aanvragen van TVL. En zo ja, of die schade dan toerekenbaar is aan Flynth. Een coronapandemie was volgens de rechter niet te voorzien en evenmin was te voorzien dat een subsidie ter vergoeding omzetverlies als gevolg van de coronacrisis in het leven zou worden geroepen. De TVL-subsidie bestond op dat moment niet. Er is sprake van onvoorzienbare schade.

Het lijkt, dat Flynth door het oog van de naald van zo’n 130.000 euro is gekropen. Voorlopig, omdat de appelrechter nog anders kan denken. Maar dan zou Flynth als adviseur bij het maken van een fout haar glazen bol moeten laten vertellen welke financiële gevolgen dat in te toekomst kan hebben.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *