Citaat Montesquieu: “Vrijheid is het recht om alles te doen wat de wet toestaat.”

https://www.hogeraad.nl/actueel/nieuwsoverzicht/2025/april/jaarverslag-2024-hoge-raad-gepubliceerd/?utm_source=nieuwsbrief&utm_medium=e-mail&utm_term=2025-04-08&utm_content=Jaarverslag%25202024%2520Hoge%2520Raad%2520gepubliceerd&utm_campaign=undefined

Dineke de Groot, president van de Hoge Raad maakt in haar voorwoord in het jaarverslag 2024 duidelijk waar de Hoge Raad voor staat. De werkzaamheden die worden verricht, zijn steeds terug te voeren op de kern van de maatschappelijke taak van de Hoge Raad: het bieden van individuele rechtsbescherming, het waarborgen van de rechtseenheid en een bijdrage leveren aan de rechtsontwikkeling.
Om zijn taak in een veranderende samenleving goed te kunnen blijven uitoefenen, is het van belang dat de Hoge Raad midden in de samenleving staat. In de nieuwe rubriek ‘De Hoge Raad in de samenleving’ wordt uitgelicht hoe de Hoge Raad dat deed in het verslagjaar.

Met dit jaarverslag legt de Hoge Raad publiekelijk verantwoording af over de verrichte werkzaamheden en de middelen die daarvoor zijn ingezet in het jaar 2024. De Hoge Raad draagt in het Koninkrijk der Nederlanden eraan bij dat het recht zijn functies vervult in de democratische rechtsstaat voor mensen en organisaties. Drie onafhankelijke onderdelen, het rechtscollege de Hoge Raad, het parket van de procureur-generaal bij de Hoge Raad en de directie bedrijfsvoering, worden daartoe bestuurd door het dagelijks en het algemeen bestuur.

Belastingrecht even uitgelicht
Het overgrote deel van de ingekomen zaken betrof rijksbelastingen (56%) en belastingen van lagere overheden (37%, waarvan 83% Wet waardering onroerende zaken (WOZ)). De resterende 7% instroom betreft met name – beperkt mogelijke – cassatieberoepen tegen uitspraken van de Centrale Raad van Beroep en zaken uit de Cariben. Het grootste aandeel in de rijksbelastingzaken hadden de inkomstenbelasting (28% van die rijksbelastingzaken) en de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm) (21%). Daarna volgden omzetbelasting, accijns en douanerechten (samen 14%) en vennootschapsbelasting (7%). Ook in 2024 bleef de instroom van bpm-zaken en WOZ-zaken dus nog hoog, ondanks de inwerkingtreding op 1 januari 2024 van de Wet herwaardering proceskosten WOZ en bpm.

Ricky Turpijn

Aanbevolen artikelen

Een reactie plaatsen

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *