
“The greater the power, the more dangerous the abuse” (Edmund Burke)
Taxlive 18/7/25 VNVandaag 18/7/25
Bron: Hoge Raad 18-07-2025 22/02695 ECLI:NL:HR:2025:1163
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2025:1163
Samenvatting
Belanghebbende, het Belgische X NV, is een houdstervennootschap en houdt belangen in diverse vennootschappen. De vennootschappen zijn met name gevestigd in Nederland en België. Een van de vennootschappen is A BV. A BV keert in 2018 een dividend van € 2 mln. uit aan haar aandeelhouders. Hierbij houdt A BV 5% dividendbelasting in. X NV is het hier niet mee eens. Volgens haar heeft zij recht op de inhoudingsvrijstelling van art. 4 lid 2 Wet DB 1965. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X NV recht heeft op toepassing van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting. Volgens de rechtbank ontzenuwt X NV namelijk het vermoeden dat de door haar opgezette constructie leidt tot het ontgaan van dividendbelasting en misbruik. Volgens Hof Amsterdam maakt de inspecteur echter wel aannemelijk dat sprake is van een kunstmatige constructie, zodat X NV geen recht heeft op toepassing van de inhoudingsvrijstelling dividendbelasting. Nu het aandelenbelang van X NV in A BV functioneel niet aan een materiële onderneming van X NV kan worden toegerekend, is aan de voorwaarden van de objectieve toets voldaan. Ook maakt de inspecteur aannemelijk dat aan de subjectieve toets is voldaan: de (uiteindelijke) aandeelhouders in X NV zijn natuurlijke personen die zonder gebruik van X NV geen beroep zouden kunnen doen op de inhoudingsvrijstelling. Hetgeen X NV daartegen inbrengt, kan haar niet baten. X NV gaat in cassatie. Volgens haar heeft het hof de bewijslast ter zake van de toepasselijkheid van de inhoudingsvrijstelling verkeerd en in strijd met EU-recht verdeeld.
De Hoge Raad bevestigt dat het hof terecht heeft geoordeeld dat ook sprake kan zijn van misbruik van recht ondanks het feit dat X NV een materiële onderneming drijft. Bepalend is of de deelneming van X NV in A BV functioneel aan die materiële onderneming kan worden toegerekend, wat niet het geval is. Volgens het hof zijn er bij X NV aanwijzingen aanwezig voor misbruik van recht. Het hof heeft dan voortbouwend hierop kunnen onderzoeken of de onderhavige structuur, wat betreft het houden van die deelneming, kunstmatig is. Daarbij merkt de Hoge Raad op dat het mogelijk is dat slechts bepaalde stappen of onderdelen van een structuur kunstmatig zijn en daarom onder de antimisbruikbepaling vallen. De tussenschakeling van X NV als buitenlandse vennootschap om de deelneming in A BV te houden is een kunstmatige constructie die geen verband houdt met de economische realiteit en waarmee is beoogd om de heffing van Nederlandse dividendbelasting bij de aandeelhouders van X NV te ontgaan. Er is dan sprake van misbruik van recht. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie van X NV ongegrond.
Opmerking
HR 25/4/2025 22/04506 Verplaatsing BV naar Curaçao is geen misbruik om belasting te ontgaan
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2025:668
Steven Vijverberg presentatie Belgische dividendbelastingzaken op LinkedIn.
Ricky Turpijn