
“Failure is not an option. Everyone has to succeed” (Arnold Schwarzenegger).
Taxlive 9/5/25 VNVandaag 8/5/25
Samenvatting
De Kennisgroep deelnemingsvrijstelling neemt het standpunt in dat een negatief resultaat op de afkoop van een putoptieverplichting niet als (liquidatie)verlies ten laste van het resultaat kan worden gebracht.
De kennisgroep komt tot dit antwoord aan de hand van de volgende casus:
Belastingplichtige A en vennootschap Y houden beide een belang in X. Tegen betaling van € 10 (de putoptie) verkrijgt Y het recht om haar belang in X te vervreemden aan A voor een uitoefenprijs van € 100. A, X en Y komen vervolgens overeen, omdat het belang in X waardeloos is geworden en besloten wordt om X te ontbinden, dat A € 100 stort in X, die dat bedrag op haar beurt weer aan Y betaalt. Daartegenover verplicht Y zich om haar putoptie niet uit te oefenen. Als de putoptie zou zijn uitgeoefend zou het verkregen belang bij A tot een deelneming behoren.
Onder verwijzing naar het Falcons-arrest (Hoge Raad 22 november 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD8488, V-N 2002/59.17), wordt opgemerkt dat het resultaat op een putoptie onder de deelnemingsvrijstelling valt, ook indien de optie uiteindelijk niet wordt uitgeoefend of als de optie wordt overgedragen. A kan het negatieve resultaat van € 90 niet ten laste van haar resultaat brengen. Het voor de deelneming opgeofferde bedrag wordt niet verhoogd met het negatieve resultaat op de putoptieverplichting.
Opmerking
Diep in de vennootschapsbelasting: het falconsarrest. Resultaten op een opgesplitst belang, zoals door een call-of putoptie, bij een tot een deelneming behorend aandeel vallen onder de deelnemingsvrijstelling (dus verlies niet aftrekbaar, winst niet belast). Geheimtaal voor de niet Vpb fiscalist.
De kennisgroep heeft daarover een standpunt ingenomen. Het afkoopverlies van een putoptie valt onder de deelnemingsvrijstelling, maar maakt geen deel uit van het liquidatieverlies. Linksom of rechtsom komt het verlies dus niet in aftrek.
Het is toch jammer, dat de kennisgroep in haar standpunt ook nu weer niet de ongetwijfeld andersluidende mening van belanghebbende meegeeft.
Belanghebbende heeft een deelneming in een zieltogende vennootschap en heeft een putoptieverplichting om de ondertussen waardeloos geworden deelneming van zijn medeaandeelhouder te kopen. Er wordt een constructie bedacht, waarbij belanghebbende een bedrag stort op zijn deelneming. Dat bedrag krijgt de medeaandeelhouder op zijn deelneming terugbetaald, waarmee de afname verplichting wordt afgekocht. Door de ontbinding van de vennootschap heeft belanghebbende wel een aftrekbaar verlies op zijn putoptie, is zijn mening. Daar denkt de kennisgroep dus anders over. De deelnemingsvrijstelling geldt ook als de optie niet wordt uitgeoefend; maar de niet uitgeoefende optie levert geen opgeofferd bedrag op voor het liquidatieverlies.
Het falconsarrest gaat over de deelnemingsvrijstelling, maar het lijkt er volgens mij op, dat het begrip afgesplitste belang niet consequent wordt doorgetrokken naar het liquidatieverlies. Daar zou de kennisgroep nog eens naar moeten kijken.
Ricky Turpijn