
“Geen gift is kostbaarder dan goede raad (Erasmus).
https://kennisgroepen.belastingdienst.nl/publicaties/kg202202510-gift-aan-stichting-apv
Samenvatting
1. Kan een gift die door een als APV gekwalificeerde stichting aan een ANBI wordt gedaan voor een evenredig deel worden geacht te zijn gedaan door de afzonderlijke erfgenamen?
2. Kan een gift die door een niet als APV gekwalificeerde stichting aan een ANBI wordt gedaan voor een evenredig deel worden geacht te zijn gedaan door de afzonderlijke erfgenamen?
Antwoorden
1. Ja, een gift door een APV wordt toegerekend aan de afzonderlijke erfgenamen. Wanneer aan de voorwaarden van de giftenaftrek wordt voldaan, kunnen de erfgenamen een evenredig deel van de gift van de APV aan een ANBI in aanmerking nemen als persoonsgebonden aftrekpost.
2. Nee, een gift door een niet als APV kwalificerende stichting kan niet worden toegerekend aan de afzonderlijke erfgenamen. Dit is alleen anders wanneer er sprake is van een fiscaal transparante stichting.
Opmerking
De kop van het kennisgroep standpunt dekt de lading niet. Niet gift aan, maar dóór stichting (APV).
Ooit is de regeling van art 2.14a IB in het leven geroepen om ‘vermogens op zee’ weer terug te brengen onder een Nederlandse heffing. Die vermogens werden door ingezetenen zodanig ingebracht in buitenlandse juridische vehikels, dat geen belastingautoriteit er een heffingsgrondslag in zag. De CCB heeft er in een speciale hoorzitting in het parlement zelfs een toelichting mogen geven over de financiële schade die hiermee aan de schatkist werd toegebracht.
Vanaf 1/1/2017 wordt onder voorwaarden (een meer dan bijkomstig particulier belang wordt beoogd) een afgezonderd particuliere vermogen (waaronder inkomsten en uitgaven) blijvend toegerekend aan de inbrenger (en zijn erfgenamen) en daarmee (mogelijk) inkomstenbelastingplichtig.
Maar de stichting kan ook fiscaal transparant zijn. Al op die grond leidt dat tot toerekening van de bezittingen en schulden aan inbrenger of diens erfgenamen. De inbrenger beschikt dan over het vermogen van de stichting als ware het zijn eigen vermogen. Heeft deze zgn. transparantieleer door art 2.14a IB haar belang verloren? Welnee, zegt de HR. Indien vaststaat of alsnog komt vast te staan dat de belastingplichtige over een bij een derde ondergebracht vermogen kan beschikken als ware het zijn eigen vermogen, is dat vermogen niet een afgezonderd vermogen als bedoeld in artikel 2.14a Wet IB 2001. Tja, hoe simpel is de redenering. Dus de transparantieleer gaat zelfs vóór art 2.14a IB.
https://uitspraken.rechtspraak.nl/details?id=ECLI:NL:HR:2025:241
Dit alles komt bij elkaar in het standpunt van de kennisgroep, dat een gift die door een als APV gekwalificeerde stichting aan een ANBI wordt gedaan voor een evenredig deel kan worden geacht te zijn gedaan door de afzonderlijke erfgenamen, waarmee zij dus mogelijk individueel aan een aftrek toekomen.
Maar een gift die door een níet als APV gekwalificeerde stichting aan een ANBI wordt gedaan kan dat niet, omdat er dus geen vermogen is ingebracht. Tenzij er sprake is van een fiscaal transparante stichting.
Hier kan ik mij wel in vinden.
Ricky Turpijn